Concert: Richard Wagner – Der fliegende Holländer
Datum:2 november 2016
Uitvoerende(n):Symfonisch Orkest Opera Vlaanderen, Cornelius Meister; Tatjana Gürbaca, regie; Henrik Ahr, decor; Iain Paterson, Der Holländer; Liene Kinča, Senta; Ladislav Elgr, Erik; Dmitry Ulyanov, Daland; Raehann Bryce-Davis, Mary; Adam Smith, Der Steuermann
Locatie:Vlaamse Opera, Antwerpen
Waardering:

Foto: Annemie Augustijns

Foto: Annemie Augustijns

Steenkolen, slijk en ruwe olie. Het zijn belangrijke rekwisieten in Tatjana Gürbaca’s nieuwe enscenering van Der fliegende Holländer. Haar visie op het libretto van Richard Wagner is een maatschappijkritisch destillaat, waar tomeloze hebzucht en louterende verlossing als thema’s de boventoon voeren. Geen zeebonken of een spookkapitein met een papegaai en een houten poot te bekennen. Al zou het minimalistische, gouden decor van Henrik Ahr nog kunnen doorgaan voor het dek van een olietanker, bij wijze van nautische referentie. De nadrukkelijke kritiek op de doordenderende consumptiemaatschappij is geen vreemde keuze gezien de politieke opvattingen van Wagner zelf, maar de focus op het engagement zat het verhaal over de Holländer soms in de weg. Met name de scènes waarbij het koor een belangrijke rol speelde, verzandden wat te vaak in groteske chaos. De keuze, artistiek of anderszins, om geen duidelijke tweedeling te creëren tussen het personeel van Daland en de spookbemanning van der Holländer beroofden enkele scènes ook van zeggingskracht. Zoals de liederlijke dialoog waarmee Wagner zijn laatste akte opent, een moment waarop het overduidelijke zeemansthema en bijpassende beeldspraak in het libretto weinig van doen had met wat er zich daadwerkelijk op het podium afspeelde. Het is maar de vraag of iemand zonder voorkennis van de sage van Der fliegende Holländer of het werk van Wagner er iets van zou begrijpen, anders dan de algemene strekking.

Muzikaal gezien viel er het nodige te genieten. De krachtige stem van Liene Kinča (Senta) mag niet onvermeld blijven en ook haar vader Daland, een rol van Dmitry Ulyanov, overtuigde. De klank van Iain Paterson (der Holländer) was soms wat afgemeten en nasaal, misschien passend bij zijn rol als vermoeide kapitein, maar niet altijd even aangenaam om te horen. Het orkest onder leiding van Cornelius Meister speelde een even nauwgezette als keurige lezing van Wagners compositie. “Keurig” is misschien een kwalificatie die aan de productie als geheel gegeven kan worden en het was ook de reden dat het ontbrak aan zinderende passages die een Wagneropera zo speciaal kunnen maken. De zeer bitterzoete slotscène, waar zang, decor en belichting mooi samenvloeiden, kwam in dat opzicht veruit het meest in de buurt.