Concert: Rotterdams Philharmonisch Orkest – Schubert, Debussy & Poulenc
Datum:13 december 2014
Uitvoerende(n):Rotterdams Philharmonisch Orkest, Yannick Nézet-Séguin; Collegium Vocale Gent; Kate Royal, sopraan
Locatie:deSingel, Antwerpen
Waardering:

Onvoltooide werken zijn voor musicologen van ieder allooi een favoriet onderwerp van speculatie. Om de een of andere reden is het erg verleidelijk om hele boekwerken te gaan schrijven over de half afgemaakte fuga uit Bachs Die Kunst der Fuge of pietluttige details uit het Requiem van Mozart. Voor de mindere goden uit de muziekwereld zijn onvoltooide werken van grote componisten vaak ook een compositiespeeltuin. De vele voltooiingen die bijvoorbeeld bestaan van Schuberts Unvollendete Sinfonie zijn daar een bewijs van. Veelzeggend is echter dat dergelijke voltooiingen na de première over het algemeen nooit meer te horen zijn.

Het Rotterdams Philharmonisch Orkest speelde met chefdirigent Yannick Nézet-Séguin gelukkig de versie van de symfonie zoals Schubert hem heeft nagelaten. Helaas kenden de twee delen een wat onevenwichtige verloop dat op sommige plaatsen zelfs wat slordig te noemen was.

Zodra men echter begon aan de Nocturnes van Debussy leek het wel alsof er een ander orkest op het podium had plaatsgenomen. Misschien voelt het Rotterdams Philharmonisch zich meer thuis in de Franse klankwereld, of was het leeftijdsverschil van meer dan zeventig jaar tussen beide werken gewoon merkbaar. Onder Nézet-Séguins trefzekere directie overspoelden Debussy’s geraffineerde wolken van klankkleur de zaal van deSingel al snel. Het samenspel tussen leden van het Collegium Vocale en het orkest in het laatste deel van de Nocturnes beloofde eveneens veel goeds voor het koorwerk van na de pauze.

Poulencs Stabat Mater uit 1950 loste die verwachtingen meer dan in. Geschreven in een tijd dat zowel Olivier Messiaen (die andere aartskatholiek) als Pierre Boulez al enige tijd druk doende waren met het opschudden van het (Franse) muziekleven doet Poulencs muzikale taal misschien wat ouderwets aan. Boulez was geen liefhebber, natuurlijk, aangezien zijn collega in zijn optiek geen bijdrage leverde aan de Heilige Mars van de Muzikale Vooruitgang… Los van al het politieke gekonkel is het Stabat Mater een kolossaal werk dat in al zijn behoudendheid dapper weerstand biedt tegen enig modernistisch idioom. Een grootse compositie enerzijds omdat het voltallige Collegium Vocale Gent het podium moest delen met het orkest en sopraan Kate Royal, maar ook dankzij de dramatische kracht van het werk. De ervaring van Yannick Nézet-Séguin als koordirigent had in dit geval een gunstige uitwerking. Hij leidde orkest en koor soepel door de caleidoscoop van emoties die op momenten magistraal ondersteunt werden door de stem van Royal. Het Stabat Mater werd hierdoor het klapstuk van de avond.