Concert: Ensemble Klang – Wolfe, Lang & Gordon
Datum:12 januari 2015
Uitvoerende(n):Ensemble Klang, Codarts Klassiek, Codarts Dans, Koninklijk Conservatorium
Locatie:de Doelen, Rotterdam, Stadsschouwburg Rotterdam
Waardering:

Coney IslandDavid Lang is als medeoprichter onlosmakelijk verbonden met Bang on a Can, de organisatie die zo belangrijk is voor nieuwe muziek in de Verenigde Staten en daarbuiten. Een concertserie omtrent David Lang is niet compleet zonder dat er ook werk van zijn naaste collega’s Julia Wolfe en Michael Gordon te horen is. Met de selectie van Lick (Wolfe), men (Lang) en Trance (Gordon) heeft Ensemble Klang een mooie staalkaart van het geluid van de drie componisten weten te bieden.

Lick vormde een mooie binnenkomer, aangezien het werk barst van de spanning en de hoekige ritmes. Door de veelvuldige maten rust die Wolfe inlast heeft ze de luisteraar meerdere malen op het puntje van de stoel. Ensemble Klang wist perfect raad met deze exercitie in beheersing en ritmisch vernuft.

De compositie van Lang is ietwat atypisch in vergelijking met het werk van Gordon en Wolfe. men heeft namelijk meer gemeen met de spaarzame klankwerelden van Morton Feldman. Dankzij de veelvuldige herhalingen heeft men echter net zo’n dwingend karakter als het extreem gelaagde Lick en Trance.
Bij men werd de film Elevated van Matt Mulican vertoond, gemaakt als visuele begeleiding van de compositie. Mede door het karakter van de oude filmbeelden van New York uit de jaren dertig transformeerde Langs ritualistische muziek welhaast tot een soort requiem voor een stad die niet meer bestaat. Dreigende, onheilspellende treurmuziek, dat wel. Alsof er bij de componist een machteloze woede schuilgaat over het verlies van de T-Ford en de hoogtijdagen van Coney Island, veroorzaakt door het voortschrijden van de tijd.

Er wordt vaak gezegd dat de invloeden van rock en jazz nooit ver weg zijn in het werk van Wolfe, Lang en Gordon. Julia Wolfe bracht bijvoorbeeld het afgelopen jaar het prachtige album Steel Hammer uit; haar geheel eigen kijk op de folkmuziek. In Langs men is de wereld van de rock misschien wel het verst weg en ook Wolfe wordt in Lick nooit heel erg letterlijk met haar referenties aan populaire muziek. Passages van Trance (1995) zouden echter niet misstaan op een album van een formatie als Godspeed You! Black Emperor, ware het niet dat de Canadese postrockers rond het midden van de jaren negentig slechts een cassettebandje met een fractie van hun muziek hadden uitgebracht.
Trance omvat meer dan alleen rock, het is met regelmaat een overweldigende geluidsmuur die niet helemaal goed tot zijn recht kwam in de Grote Zaal van de Rotterdamse Stadsschouwburg. De zaal mag dan een aardig formaat podium hebben, de orkestbak en de tribune zijn verder vrij krap, onvergelijkbaar met de gelijknamige zaal in de Doelen. Men had echter het toneel nodig voor de dansers van Codarts die een choreografie van Lóránd Zachar ten uitvoer brachten op de muziek van Gordon. De zeer fysieke dansbewegingen varieerden van invloeden uit streetdance tot de militaire parades waar totalitaire regimes zo verzot op lijken te zijn.
Muzikaal gezien is het werk een bombardement van bijna een uur waarbij een gigantische hoeveelheid geluiden op de luisteraar worden afgevuurd. Bij vlagen zijn is het herhaalde muzikale materiaal ronduit irritant, zoals de gesamplede stemgeluiden die tegen het einde van het stuk steeds na elkaar gespeeld worden. Net op het moment dat de grens van het redelijke bereikt is, vloeien dergelijke irritaties uiteindelijk weer over in de andere strengen van Gordons uitzinnige klanktapijt. Meerdere van zulke stukken op een avond zou te veel gevraagd zijn voor de luisteraar, maar in deze context was het werk zeer op zijn plaats.

Concert: Slagwerkhemel – Lang, De Rosa & Bjarnason
Datum:30 november 2014
Uitvoerende(n):Ensemble Klang; SŌ Percussion; Residentie Orkest, André de Ridder
Locatie:de Doelen, Rotterdam
Waardering:

Foto: Remke Spijkers

Foto: Remke Spijkers

David Lang is dit jaar composer in residence binnen het Red Sofa programma van de Doelen. Dat wil zeggen dat er dit seizoen een aantal concerten met zijn werk in Rotterdam te horen zijn en hij een vijftal nieuwe stukken zal schrijven. Op deze avond klonk alvast het eerste exemplaar in de serie; een herschreven versie van een compositie uit 2007: pierced. Oorspronkelijk componeerde Lang het voor cello, piano, percussie en strijkorkest, maar voor de zes leden van Ensemble Klang ontstond er de versie voor saxofoons, trombone, piano, elektrische gitaar, percussie en strijkorkest.

De componist was zelf aanwezig voor de première van pierced en de beschouwing voorafgaand aan het concert. Tijdens dit gesprek gaf Lang aan graag emotionele muziek te schrijven en zich bij voorkeur per compositie vast te bijten in een enkel muzikaal probleem of vraagstuk. Zowel in pierced als man made, de stukken van voor de pauze, kwam die filosofie perfect tot uiting. pierced is in zijn oorspronkelijke vorm al een bijzonder intens stuk, maar in de nieuwe bewerking krijgen een aantal muzikale frases een extra lading. Zo transformeren in de nieuwe bewerking de herhaaldelijke uithalen van de cello in de tweede helft tot een zeer beladen, bijna klaaglijk gehuil van de twee saxofoons en gitaar. Lang krijgt je er mee op het randje van je stoel.

In man made zit een zelfde soort intense spanning, bovenal veroorzaakt door de slagwerkpartijen voor de geïmproviseerde instrumenten van SŌ Percussion die het raamwerk van de compositie vormen. Bij een andere componist dan David Lang komen vier mannen die vooraan op het podium takjes breken en flessen bespelen misschien als snel over als pretentieus effectbejag, maar in man made werkt deze licht theatrale toets perfect. Net als in pierced is er een rol weggelegd voor orkest, ditmaal in volledige bezetting. Het orkest zorgt ervoor dat de muzikale patronen van de percussionisten volledig verweven raken tot een pulserend symfonisch geheel. Het Residentie Orkest onder leiding van André de Ridder kweet zich uitstekend van die taak.

Na het zeer geslaagde eerste deel van de avond was het na de pauze de beurt aan werk van Alessandro De Rosa en Davíd Bjarnason. Helaas wisten de beide composities van hun hand veel minder te overtuigen. De Rosa’s Gravità ritrovata (Accordatura) is een puur orkestraal werk dat muzikaal gezien opstijgt uit de traditionele stemmingsroutine van symfonieorkest. Het is een gimmick die wellicht te rechtvaardigen valt als je de titel van de compositie – vrij vertaald: Hervonden zwaartekracht (Stemming) – in ogenschouw neemt. Vanuit de onzekerheid van een ongestemd symfonieorkest neemt het muzikaal materiaal een steeds vastere, zekerdere vorm aan.

Zowel De Rosa als Daníel Bjarnason bedienen zich van een muzikaal idioom dat vrijelijk grabbelt in alle uithoeken de muziekgeschiedenis. In beide gevallen levert het voornamelijk fragmentarische muziek op, waar de componist nooit al te lang op een muzikaal idee blijft hangen. Het Residentie Orkest leek desalniettemin onverminderd enthousiast te spelen, maar de nauwe focus van David Lang was in ieder geval ver te zoeken.

Muzikaal eclecticisme hoeft geen enkele belemmering te zijn om fantastische muziek te schrijven, maar zowel Gravità ritrovata (Accordatura) als Bjarnasons Emergence konden maar niet emotioneel beklijven. In het geval van De Rosa misschien omdat zijn muziek nooit echt gevaarlijk of stekelig werd, zoals dat bij Alfred Schnittke – de eclecticus pur sang – bijvoorbeeld wel het geval is. Bjarnasons muziek werd in het programmaboekje omschreven als “keelsnoerend” en “onheilspellend”. Dergelijke concepten kauwde hij misschien vrij nadrukkelijk muzikaal voor, maar ze werden nergens emotioneel voelbaar.

Concert: DoelenEnsemble & notabu.ensemble neue musik – Messiaen
Datum:4 oktober 2014
Uitvoerende(n):DoelenEnsemble & notabu.ensemble neue musik, Arie van Beek
Locatie:De Doelen, Rotterdam
Waardering:

Foto: Wolfgang Staudt

Foto: Wolfgang Staudt

Voor een concert dat notabene gratis werd weggegeven bij de aanschaf van kaarten voor concertseries georganiseerd door de Doelen viel de opkomst wat tegen – in België was dat verleden jaar een heel ander verhaal. Dat is jammer, want Des canyons aux étoiles… is een imposante beleving. In vergelijking met de Turangalîla-Symphonie – dat andere ijkpunt in Olivier Messiaens oeuvre – waar het orkest onderling moet vechten voor een plaats op het podium, kiest Messiaen hier voor een bescheiden bezetting. Uit die beperkte groep weet Messiaen desalniettemin indrukwekkende klanken en intrigerende texturen te destilleren. De nadrukkelijk aanwezige koperblazers, piano en uitgebreide percussiesectie zorgen voor de belangrijkste accenten. Des canyons aux étoiles… is ook het werk dat bij uitstek gezien kan worden als een voortzetting van het impressionisme in het verlengde van Debussy’s La Mer. Messiaen gaf de delen van zijn compositie niet voor niets beschrijvende titels mee en schuwt ook directe referenties naar natuurgeluiden niet door de percussionisten te voorzien van partijen voor windmachine, dondermaker en de door Messiaen bedachte geofoon.

Voor de uitvoering van Des canyons aux étoiles… werkte het DoelenEnsemble samen met het Düsseldorfse notabu.ensemble neue musik dat ook de hoornsolist (Bert Bürgers) leverde voor Appel Interstellaire, de introductie tot het tweede deel. Gedurende de avond werd ook de gewichtigheid van dergelijke solo’s (voor de piano zijn er meerdere) in het stuk duidelijk, een aspect dat bij opnames minder snel uit de verf komt. De hoornsolo van Bürgers was in ieder geval treffend. Dat gold in mindere mate voor het spel van pianist Maarten van Veen, met name in de lange pianocadens van het derde deel wist zijn spel niet helemaal te overtuigen. Overigens, waarom niemand aan een bladomslaander voor de arme pianist gedacht had is een raadsel. Messiaen schrijft over het algemeen niet de makkelijkste pianopartijen, om dan als pianist ook nog eens met je bladmuziek in de weer te moeten zijn….

Op momenten leek er bij het ensemble, onder leiding van Arie van Beek, wat moeite met het vinden van de balans in Messiaens klankstructuren, merkbaar in Les Orioles bijvoorbeeld. Daar staat tegenover dat die typische, zinderende Messiaen-harmonieën, vaak aangezet met gongslagen, in het hele stuk mooi uit de verf kwamen.

Des canyons aux étoiles… is een lange zit, maar dat had meer met de hardheid van de stoelen in de Grote Zaal van de Doelen en het (begrijpelijke) gebrek aan een pauze te maken. Volgend concertseizoen een uitvoering van Éclairs sur l’au-delà… of Chronochromie met Yannick Nézet-Séguin en het Rotterdams Philharmonisch? Of wat te denken van een integrale uitvoering van Vingt regards sur l’enfant-Jésus!

Concert: Grigory Sokolov – Chopin
Datum:14 mei 2014
Uitvoerende(n):Grigory Sokolov
Locatie:De Doelen, Rotterdam
Waardering:

Grigory SokolovGrigory Sokolov werd door de Doelen middels een citaat uit NRC Handelsblad aangekondigd als een meesterpianist van constante kwaliteit. ((“Maurizio Pollini heeft wel eens een mindere dag, Radu Lupu wordt steeds excentrieker. Op Sokolov kun je in zijn jaarlijkse recital in de Meesterpianisten altijd bouwen.”)) Die consistentie was ook deze avond merkbaar, maar dat wil niet zeggen dat Sokolovs lezing van werken van Frédéric Chopin een serie voltreffers betrof.

Voor de pauze klonk de Piano Sonate in b, Op. 58, een van latere werken uit Chopins korte leven en de laatste sonate die hij zou schrijven. Een trefzekere behandeling van het Allegro maestoso zette de toon voor de rest van de avond die zich kenmerkte door een formidabele technische beheersing, maar ook een zekere plechtstatigheid, die deels voortkwam uit de door Sokolov gekozen tempi. ((Alternatieve behandelingen van tempo aanduidingen kunnen controversieel zijn. De experimenten van Garrick Ohlsson met de Scherzi van Chopin (te horen op Hyperions complete Chopin editie) zijn niet naar ieders smaak, maar leveren wel interessante, nieuwe inzichten op.)) Nu moet opgemerkt worden dat veel werk van Chopin misbruikt door jonge pianovirtuosen wordt om er zo snel mogelijk doorheen te kunnen razen. Delen uit de derde sonate zijn geknipt voor een dergelijke mishandeling, dan vergeet men voor het gemak de non tanto-indicatie (niet te veel) in het afsluitende Presto maar even. Bij Sokolov voerde een relatief kalme aanpak de boventoon, hetgeen bijvoorbeeld in de Finale mooie accenten opleverde, mede door de korte aarzelingen die hij soms inlaste in zijn spel. Zijn analytische benadering werkte echter niet volledig, in het Largo was het moeilijk om geconcentreerd te blijven, al kan dat komen door de persoon die bijna stikte in een hoestbui terwijl zijn of haar mobiele telefoon lustig rinkelde…

Het programma na de pauze bestond enkel uit een aantal mazurka’s; werken die vaak worden gebruikt als vulling om gaten in pianorecitals op te vullen. Een royale selectie is daarom vrij uniek. Chopins verzameling Poolse volksdansen zou op papier vergelijkbaar kunnen zijn met collecties van miniaturen als Schumanns Carnaval of zijn Fantasiestücke, Debussy’s Préludes of Chopins eigen creaties in hetzelfde genre. Aanvankelijk, tot grofweg de eerste vijf werken, leek de vergelijking met dergelijke miniaturen ook op te gaan, maar gaandeweg bleken de stukken toch te gelijkaardig in ritmiek en melodische inventie. Het blijft prachtige muziek die vakkundig, maar soms wat te bestudeerd door Sokolov werd gespeeld. In de hoeveelheid en samenstelling bleken de mazurka’s toch niet heel bevorderlijk voor de spanningsboog van een concertprogramma.

Na de laatste mazurka trakteerde het publiek de oude meester op een uitzinnig applaus dat hem ertoe bewoog om nog minstens zes toegiften te spelen. Alleen daarom al een bijzondere avond, maar desondanks miste er magie.

De concerten die gaan plaatsvinden in het nieuwe concertseizoen 2014-2015 van de Doelen zijn inmiddels bekend, bij het doorbladeren van de programmagids een aantal zeer prettige verrassingen. Met name de keuze voor David Lang als gastcomponist in de Red Sofa serie lijkt mij een aanwinst. Lang is het lopende seizoen composer in residence van Carnegie Hall en won een Pulitzer Prize voor zijn The Little Match Girl Passion. Zowel dit passiespel als het zo mogelijk nog mooiere Death Speaks, primair geschreven voor de stem van Shara Worden, staan beiden op het programma, samen met een aantal andere werken en interessante premières. Gaat dat zien.

Qua klaviervirtuozen is het dit jaar wat minder gesteld. Yundi mag, na zijn horroroptreden van het afgelopen seizoen, terugkomen met werken van Chopin. Dat slaan we gevoeglijk over.
De rest van het repertoire van de pianisten die de Doelen bezoeken bestaat toch weer voornamelijk uit componisten van Klassieke en Romantische snit. Gelukkig brengt pianist Ralph van Raat wel de nodige spanning met zijn keuze voor Zappa, Rzewski, Crumb, Xenakis en jawel… Alkan!

De uitvoering van Messiaen’s Des canyons aux étoiles… in oktober mag ook niet onvermeld blijven. Veel interessant modern repertoire dus. Dat gaat nog lastig kiezen worden als straks het programma van deSingel in Antwerpen ook beschikbaar is.

Concert: Artemis Quartett – Haydn, Bartók & Schubert
Datum:10 december 2013
Uitvoerende(n):Artemis Quartett
Locatie:de Doelen, Rotterdam
Waardering:

Foto: Molina Visuals

Foto: Molina Visuals

Het Artemis Quartett stond vorig jaar in Vlaanderen op de planken met een programma dat gelijkenissen vertoonde met dat van gisteren. Op beide avonden werd de opening gevormd door twee werken, met het vijftiende strijkkwartet (D.887) van Franz Schubert als afsluiter na de pauze.

Het tweede strijkkwartet Op. 20 van Franz Joseph Haydn kwam als eerste aan bod, een werk uit de groep va zes kwartetten die hem de bijnaam “vader van het strijkkwartet” opleverde. Dankzij het subtiele en gepassioneerde spel, duidelijk merkbaar in het prachtige Adagio, van het Artemis werd Haydn’s strijkkwartet een van de hoogtepunten van de avond. De wervelende, fugatische finale van de compositie leverde zelfs bijna de eerste ovatie van de avond op, we waren tenslotte weer in Nederland…

De invloed van Béla Bartók op de ontwikkeling van het strijkkwartet is misschien wel net zo groot geweest als die van Haydn, zeker waar het gaat om de toepassing van technieken als sul ponticello (dicht op de kam van het instrument spelen), Bartókpizzicato of glissandi waar Haydn zijn wenkbrauwen ongelovig voor zou ophalen. De woorden “stekelig” of “hoekig” vallen wel eens als het om de muziek van Bartók gaat en die zijn ook in zijn vijfde strijkkwartet. Het Artemis Quartett speelde deze muzikale caleidoscoop met verve, van de karakteristieke, stemmige nachtmuziek-passages tot de complexe ritmiek in het Scherzo en de humoristische kwinkslagen die door het stuk verspreid zijn.

Zoals eerder vermeld speelde het Artemis Quartett hetzelfde kwartet van Schubert al eerder tijdens een indrukwekkend concert in het seizoen 2012-2013. Ook in dit werk weer mooi spel en een duidelijk begrip voor de muzikale ideeënwereld van de componist. Het kan zijn dat de herinnering aan het eerdere concert de beoordeling wat vertroebelde, maar sommige passages kwamen wat routineus over en daardoor wist het werk niet altijd de volledige aandacht op te eisen.

Uiteraard “oveerde” de zaal een mooie toegift in de vorm van een Prelude uit Das wohltemperierte Klavier bij elkaar, waarin het fijnzinnige spel van het Artemis Quartett nog eenmaal te horen was.