Titel:Leaving Home - Orchestral Music in the 20th Century, Colours
Regisseur:Peter West, Barrie Gavin, Deborah May
Schrijver(s):Simon Rattle
Jaar:1996
Omroep:ArtHaus
Waardering:

Leaving Home — Colours“Klankkleur” is, zeker voor leken, een lastig begrip in de muziek. Met de aflevering Colours in de serie Leaving Home doet Simon Rattle een dappere poging om muzikale kleur te definiëren. Of hij daar ook daadwerkelijk in slaagt of niet, het valt niet te ontkennen dat de selectie werken van voornamelijk Franse componisten wel degelijk anders klinkt dan de muziek van hun tijdgenoten.

De impressionisten Claude Debussy en Maurice Ravel leken als twintigste eeuwse muziekvernieuwers te zijn vergeten door Rattle in de voorgaande afleveringen, in Colours is er eindelijk ruim aandacht voor de klanken van beide meesters. Rattle spreekt over de warmte van het koper in Prélude à l’après-midi d’un faune van Debussy en de sensualiteit van de magistrale zonsopgang in Ravels Daphnis et Chloé. Het zijn beeldende werken die meer over textuur dan over de formele vorm en muzikale regels gaan, zoals dat in de Duitse traditie wel vaak het geval is.

Wederom is daar Stravinsky, die voor de schandaalpremìere Le Sacre du Printemps met De Vuurvogel triomfen vierde in Parijs. De muziek voor De Vuurvogel bevat een groot aantal twintigste eeuwse fascinaties, waaronder die voor het exotische, het oriëntaalse en de (vaderlandse) volksmuziek. Volgens Rattle is de balletmuziek daarnaast een palet van briljante, fonkelende kleuren.

Gezien de nationaliteiten, woonplaats of inspiratiebronnen van de geselecteerde componisten lijkt de focus op klankkleur een voornamelijk Franse bezigheid. Een mooie uitzondering is daarom de opname van Schoenbergs Farben uit Fünf Orchesterstücke, omdat Schoenberg normaliter perfect in het Duitse rijtje van strenge vormvernieuwers past. Het is een muzikale schildering, waarbij er niet zozeer een verandering in noten plaats vindt maar eerder een evolutie in orkestratie.

Op latere leeftijd orkestreerde Pierre Boulez zijn Notations voor piano en het werk is een voortzetting van de orkestrale technieken van Debussy, Ravel en Schoenberg. In de composities van zijn voorgangers wemelt het van de kleine accenten, gespeeld door diverse instrumenten of instrumentgroepen die nauwelijks hoorbaar, maar desondanks zeer essentieel zijn. Boulez voert het idee van het componeren van bijna subliminale klanken verder door in Notations waar de leden van het orkest bijna solistisch hun eigen partijen spelen. Het resultaat is een gigantische wolk van klanken ontstaat, een speeltuin van sonoriteit.

De letterlijke betekenis van “kleur” wordt door Simon Rattle ook niet vergeten. Olivier Messiaen, als componist en docent een schakel tussen de oude garde (Ravel, Debussy) en de nieuwe (Boulez, Xenakis, Stockhausen), nam heel bewust kleuren waar bij muzikale akkoorden – en hij was zeker niet de enige componerende synestheet (zie ook Alexander Scriabin). In een aantal korte interviewfragmenten met Messiaen wordt mooi duidelijk hoe letterlijk en natuurlijk die kleurwaarneming voor hem was.

Toru Takemitsu zou gezien kunnen worden als een moderne Japanse Debussy. Rattle benoemt regelmatig gedurende de documentaire het cinematografische karakter van het werk van bijvoorbeeld Debussy, ook al stond de film als medium nog in de kinderschoenen gedurende diens leven. Voor Takemitsu vormden films zijn venster op de mensheid en andere culturen en in die hoedanigheid beïnvloedden ze ook zijn composities. Bij het horen van Dream/Window zijn de invloeden van de Franse impressionisten en de Japanse muziek meteen duidelijk. Het is een extreem “ruimtelijk” werk, of zoals Takemitsu het zelf beschreef als een “zee van tonaliteit waar vele pantonale akkoorden uit voortvloeien”.

De gekozen filmbeelden in deze aflevering waren opvallend overbodig. Inmiddels vormen ze een karakteristiek element in de serie en het vormt niet altijd een positieve toevoeging. De overbodigheid in dezen is misschien niet zo vreemd gezien het beeldende karakter van de behandelde muziek. Liever meer scènes waarin Rattle het orkest dirigeert, dan generiek beeldmateriaal van zeilende mensen.

Ondanks de keur aan sprekend voorbeeldmateriaal ben je als kijker aan het einde van de documentaire niet veel meer wijzer geworden over wat “klankkleur” nu daadwerkelijk is, wel is duidelijk dat een groot aantal componisten zeer effectief gebruik maakten van het nevelige fenomeen.

Titel:The Orchestra
Ontwikkelaar(s):
Platform:iPad
Prijs:€ 12,99
Website:

IMG_1115Daar waar The Liszt Sonata nog een diepgravende app is, moet The Orchestra meer als een inleiding op klassieke muziek gezien worden. Geen diepgravende studies over gebruikte sleutels en modes, maar een gedegen uitleg over hoe een viool werkt, dat kan toch ook interessant zijn?

Touch Press bewijst met deze app dat dit weldegelijk het geval is, en gebruikt hiervoor het beste middel: de muzikanten zelf, in dit geval van het Britse Philharmonia Orchestra. Iedere muzikant belicht het instrument dat hij bespeelt en geeft een woordje uitleg erover. Daarbij krijg je dan nog informatie over de geschiedenis ervan, welke tonen het aankan, een 3D-model ervan en korte videofragmenten.

IMG_1116 Ook dirigent Esa-Pekka Salonen licht toe met welke bewegingen hij het orkest samen houdt en welk belang hij heeft bij de interpretatie van de muziek. Het belang van de dirigent wordt doorgaans behoorlijk onderschat, maar deze fout wordt in deze app niet gemaakt. Salonen gaat zelfs zover om andere manieren van dirigeren dan de zijne toe te lichten, wat dit tot één van de interessantste stukken van heel deze app maken.

IMG_1117Maar het belangrijkste is natuurlijk de muziek zelf, en deze wordt op een uitstekende manier gebracht. De manier waarop je een stuk volgt is volledig zelf in te stellen: met of zonder (volledige of niet) bladmuziek, grote of kleine videoschermen, met of zonder commentaar van de dirigent of van de muzikanten zelf (dit laatste is trouwens uiterst vermakelijk), en natuurlijk allemaal aan te passen tijdens het muziekstuk zelf.

Wat mij betreft hadden de stukken iets langer mogen zijn om zo ook ontwikkelingen binnen één stuk te kunnen belichten. Toch is het begrijpelijk dat er een keuze moet gemaakt worden: de app is nu al anderhalve gigabyte groot, waarvan de videofragmenten natuurlijk het merendeel van uitmaken.

IMG_1119Over de keuzes van de stukken kan natuurlijk gediscussieerd worden, maar het is duidelijk dat er veel moeite is gestoken in de keuzes van de stukken: van Haydn over Mahler tot Salonen zelf, een breed spectrum aan klassieke muziek wordt belicht. Toch zijn het elke keer behoorlijk korte fragmenten: 3 tot 5 minuten is het gemiddelde. Het enige volledige stuk muziek is Prélude à l’après midi d’un faune van Debussy, dat ongeveer 9 minuten duurt. Ook de ‘moderne’ stukken van Salonen en in mindere mate Lutosławski blijven behoorlijk hangen tot de klassieke variant en geven geen volledig beeld van de huidige staat van moderne muziek.

IMG_1120 Als inleiding is dit zowat de beste app die je je kan voorstellen: een interessante uitleg van een schare aan wereldmuzikanten, en een goede selectie van klassieke muziekstukken. En toch zal deze app geen vaste waarde worden op mijn iPad, in tegenstelling tot The Liszt Sonata. Daarvoor biedt deze applicatie niet genoeg diepgang en interessante materie. Toch is dit niet het primaire doel van Touch Press, daarvoor bestaan de Liszt en Beethoven app van dezelfde uitgever. Als inleiding tot de klassieke muziek echter behoort er geen betere investering dan deze applicatie.