Een bezoek aan Wenen is niet compleet zonder een korte rondgang door het Stadtpark. In het park staan een aantal beelden van beroemde inwoners van Wenen, waaronder de componisten Schubert, Bruckner en Lehár. Walskoning Johann Strauss II is ook present, met een uiterst smaakvol en bescheiden standbeeld…
In de buurt van het Stadtpark ligt een ietwat eenzaam plein met daarop een groot monument van Beethoven. Het gouden beeld van collega Johann leek echter een beduidend populairdere trekpleister.
Haus der Musik
Seilerstätte 30
De ontdekkingsreis door de muziek die het museum belooft, kent een wat vreemd verloop. Op de eerste verdieping is er de historie van het Weense muziekleven, met het Wiener Philharmoniker als zwaartepunt. Een vrij traditionele tentoonstelling, met vitrines en bijschriften, waarvan helaas niet alle tekst in het Engels beschikbaar is.
Met de zogenaamde Sonosphere op de volgende verdieping wil men illustreren hoe geluid werkt. De meeste installaties blijven toch vooral een gimmick, zoals de entree via een soort baarmoeder met mechanisch geritsel, een kamer met kakafonisch stemgeluid en pijnlijk slechte danceremixes van Beethoven en Mozart. Misschien leuk voor kinderen, maar niet heel diepgravend of zelfs leerzaam.
De viering van de grote componisten die volgt laat ook nogal wat te wensen over. Haydn en Schubert komen er nog het beste vanaf, maar de summiere informatievoorziening en weinig tot de verbeelding sprekende tentoonstellingsobjecten maken het vooral een wat suffe aangelegenheid. Wellicht dat de optionele audiotour de rondgang van meer context voorziet. Dieptepunt vormt een ingelijste verklaring van een “gekwalificeerde Feng Shui consulente” die de inrichting van Beethovens huishouden analyseert aan de hand van de I Ching.
De Virto|Stage op de laatste verdieping is een soort virtueel podium waar de bezoeker in theorie zelf een muzikale productie kan regisseren. Het maakte nog eens duidelijk dat een fikse investering in multimedia niet altijd een betere tentoonstelling oplevert.
Haydnhaus
Haydngasse 19
In Gumpendorf, een voormalig dorp buiten Wenen, ligt het laatste huis dat Franz Joseph Haydn ooit bewoonde. Oorspronkelijk wilde Maria Anna Haydn dat haar echtgenoot het huis zou aankopen als woning voor haar toekomstige weduwschap. Haydn bouwde een volledige verdieping op het huis, overleefde zijn vrouw uiteindelijk met bijna tien jaar en woonde zelf tot aan zijn dood aan de Kleine Steingasse (wat nu de Haydngasse is).
De permanente tentoonstelling die nu in het charmante dorpshuis te zien is, richt zich voornamelijk op de dagelijkse routine van de componist en op de vele gasten die hem in zijn nadagen bezochten. In de achterkamer is overigens een permanente gast neergestreken, een groot liefhebber en postume collega van Haydn: Johannes Brahms. Er is ook aandacht voor de ontwikkeling van de stad Wenen en de tijd waarin Haydn leefde. Net als in het Haus der Musik veel kleine voorwerpen en ingelijste manuscriptvellen, maar in dit geval altijd in duidelijk en gemotiveerd verband met Haydn getoond. In de tuin van het huis is nog altijd goed te begrijpen waarom het voor Haydn zo prettig wonen moet zijn geweest, zelfs nu is het nog een erg rustige plek.