Dit artikel heeft ten opzichte van andere jaren even op zich laten wachten. Een van de redenen is dat de programmering van de Doelen, anders dan andere jaren, toch wat teleurstelt. Veel korte series, weinig uitschieters. De Red Sofa componist van dit jaar, Klas Torstensson, drukt zijn stempel slechts op twee concerten. (zie naschrift)

Toch wat mogelijke hoogtepunten in het nieuwe concertseizoen. Nik Bärtsch komt bijvoorbeeld weer naar Rotterdam. Zijn minimalistische jazz beviel eerder in LantarenVenster uitstekend. De bombast van Harmonielehre van John Adams en Messiaens Turangalîla-Symphonie vertegenwoordigen dan weer het andere uiterste en kunnen ook niet anders dan een spektakel worden. Hetzelfde geldt voor Gay Guerrilla van Julius Eastman. Als het duo Ralph van Raat en Maarten van Veen het werk van de onterecht vergeten New Yorkse componist met net zo veel vuur spelen als Visions de l’Amen afgelopen seizoen wordt het een hele fijne avond. Een bezoek aan Dido and Aeneas van Henry Purcell is eigenlijk alleen al verplicht vanwege de aria When I’m laid in earth.

Geen bizarre slagwerkervaring in een arboretum, schurende strijkkwartetcombinaties of sterpianisten met hemelbestormende programma’s. Helaas.

Naschrift

Componist Klas Torstensson wees mij er op dat de viering van zijn verjaardag in het kader van Red Sofa gelukkig een stuk uitbundiger zal zijn. Het gehele kalenderjaar 2018 zal er aandacht besteed worden aan het werk van Torstensson. De aangekondigde concerten betreffen slechts de eerste helft van het programma dat ook nog in het volgende concertseizoen (2018-2019) zal door lopen. Het concert van 14 januari is extra lang en bestaat uit twee delen in de Grote en Kleine Zaal. Al met al dus een geslaagdere verjaardag dan eerder door mij aangenomen!

Concert: Nora Fischer & DoelenEnsemble – death speaks
Datum:17 januari 2017
Uitvoerende(n):Nora Fischer, zang; Yannick Hiwat, viool; Wiek Hijmans, gitaar; Maarten van Veen, piano; Michael Wilmering, bariton; Hans Eijsackers, piano; Virginia del Cura Miranda, cello;
Locatie:De Doelen, Rotterdam
Waardering:

Foto: Marco Borggreve

Is het mogelijk om de zangeres te vervangen voor wie een stuk op het lijf geschreven is? Het DoelenEnsemble nam afgelopen dinsdag de proef op de som met de reprise van David Langs death speaks en koos voor een samenwerking met de sopraan Nora Fischer. In 2015 zong Shara Nova (toen nog Shara Worden) in de Jurriaanse Zaal van de Doelen Langs compositie en dat was een magische ervaring. De productie is in 2017 qua enscenering nagenoeg hetzelfde. Op het podium staan wel wat nieuwe gezichten, waaronder de uitstekende violist Yannick Hiwat en Wiek Hijmans op gitaar.

Al bij de eerste noten van you will return werd duidelijk: als de stem van Shara Nova al vervangbaar is, dan is het niet door die van Nora Fischer. Over de hele linie was haar geluid dunner in vergelijking met het bijna weelderige stemkarakter van Nova. Vervelender was dat het bijna leek alsof ze Langs bronmateriaal niet begreep. Accenten lagen vaak net verkeerd of bleven geheel achterwege en het zuchtende, smachtende personage uit Nova’s intense interpretatie was in geen velden of wegen te bekennen. Misschien lag het ook aan de gebrekkige balans van de mixage, of het feit dat ze met een flinke microfoon moest zingen. Het optreden bij Podium Witteman was niet perfect, maar alleszins better. Bij de hoge noten, bijvoorbeeld in het afsluitende I am walking, leek Fischer wat op te leven, maar het bleef verder erg vlak. Saai op momenten zelfs. Dat had ook een negatieve uitwerking op de toch wat plechtstatige choreografie en gefilmde beelden; ineens was de bijzondere productie van twee jaar geleden een lange zit.

Concert: DoelenEnsemble – Het Volk en de Wilden
Datum:11 februari 2016
Uitvoerende(n):Lars Wouters van den Oudenweijer, klarinet; Frank de Groot, viool; Maarten van Veen, piano
Locatie:de Doelen, Rotterdam
Waardering:

henry-cowellVier werken uit een tijd waarin het muzikale landschap hevig aan het veranderen was. Toen Béla Bartók de opdracht kreeg om het werk te componeren dat uiteindelijk Contrasten zou gaan heten, was een van de randvoorwaarden dat de compositie niet te lang mocht duren, zodat een opname van het stuk op een 78-toerenplaat zou passen. De restrictie, ingegeven door technische overwegingen, zou een vijftigtal jaar eerder ondenkbaar zijn geweest. Bartók legde de eis gevoeglijk naast zich neer en kwam op de proppen met een compositie voor klarinet, viool en piano van twee keer de gevraagde lengte. Uiteindelijk perste men de compositie dan maar op twee grammofoonplaten. Contrasten uit 1938 was het “jongste” werk op het programma, maar qua muzikaal idioom klonk het minder wild dan de tien tot twintig jaar oudere geluiden van de twee Amerikaanse radicalen die ook nog op de rol stonden. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat Contrasten geen spannende muziek is. Percussieve pianopartijen, melodieën uit de volksmuziek, klassieke Bartók dus, maar ditmaal aangevuld met de muzikale indrukken die de componist in de Verenigde Staten opdeed. Pianist Maarten van Veen, violist Frank de Groot en klarinettist Lars Wouters van den Oudenweijer wisten wel raad met Bartóks jazz. Uitermate lenig spel van Wouters van den Oudenweijer en een glansrol voor De Groot met de duizelingwekkende vioolsolo in Sebes.

Het is moeilijk voor te stellen dat Dynamic Motion (1916) uit hetzelfde tijdvak in de muziekgeschiedenis komt als Stravinsky’s Le Sacre du Printemps of Debussy’s Jeux, geschreven in 1913. Het werk leunt hevig op toonclusters en Henry Cowell vraagt de pianist daarom om ook te spelen met armen en vuisten. Mede door het licht ironische, bijna verontschuldigende commentaar van Maarten van Veen en de Four encores to Dynamic Motion ontstond – waarschijnlijk onbedoeld – de notie dat Cowells composities voornamelijk geschreven zijn om te shockeren. Alsof Cowells werk louter bestaat vanwege een zucht naar schandaal en de bevestiging van zijn reputatie als ’the loudest pianist in the world’. Een dergelijk beeld staat haaks op de gecontroleerde, maar onconventionele techniek die de componist van de pianist vraagt en de indrukwekkende klankwolken die uit de piano opstegen.

Voor de Étude pour Pianola (1917) van Igor Stravinsky en George Antheils Ballet Mécanique (1924) was niet eens een pianist nodig. De tot pianola omgebouwde Bosendörfer deed al het werk en Maarten van Veen kon gewoon plaatsnemen tussen het publiek. Zowel de Étude als het Ballet Mécanique werden gekenmerkt door een bijzonder afgemeten spel, een pianist werd dus wel degelijk zeer gemist. Eens te meer werd duidelijk dat de piano toch zeker een slaginstrument is, maar dat een musicus van vlees en bloed toch ook onmisbaar is voor een bevredigend concert.
Interessanter was de uitwerking op het publiek die de aanwezigheid van een speelautomaat op het podium had. De zaal werd aanmerkelijk baldadiger naarmate Ballet Mécanique vorderde. De verraderlijke stiltes en afwezigheid van enige lichaamstaal van een pianist zorgden er bijvoorbeeld voor dat er meermalen te vroeg geapplaudisseerd werd. De afwezigheid van een levende uitvoerder, met gevoelens die gekrenkt zouden kunnen worden, noopte iemand zelfs tot boegeroep. Een staande ovatie bleef ditmaal ook uit, gek genoeg.

Concert: David Lang – death speaks
Datum:29 mei 2015
Uitvoerende(n):Shara Worden, zang; Frank de Groot, viool & zang; Florian Magnus Maier, gitaar; Maarten van Veen, piano; André Morsch, bariton; Hans Eijsackers, piano; Hans Woudenberg, cello
Locatie:de Doelen, Rotterdam
Waardering:

Shara WordenDe Dood is alomtegenwoordig in het werk van Franz Schubert. In de liederen van de Weense meester is het Heengaan afwisselend troostrijk en beangstigend. In Der Tod und das Mädchen zingt het meisje: “Geh, wilder Knochenmann! Ich bin noch jung! Geh, lieber.” (“Gaat heen, wilde knekelman! Ik ben nog jong! Ga liever.”), terwijl de Dood haar in de andere helft van het lied tracht te verleiden: “Sollst sanft in meinen Armen schlafen!” (“Je zult vredig in mijn armen slapen”).
Componist David Lang raakte zelf gefascineerd door de Dood als personage na het schrijven van the little match girl passion, dat bitterzoet eindigt met de verlossende dood van het meisje met de zwavelstokjes. death speaks is dan ook een portret van de Dood, op basis van fragmenten uit liedteksten getoonzet door Franz Schubert, een geestverwant in dezen. Het restultaat is een zeer kale, hoogst emotionele cyclus van vijf moderne liederen, geschreven voor zangeres Shara Worden – bekend van de Indie band My Brightest Diamond.

De Europese première tijdens de Operadagen 2015 in Rotterdam betrof een geënsceneerde versie van de compositie, onder artistieke leiding van Neil Wallace en David Lang zelf. In tegenstelling tot de wat overdadige productie van the little match girl passion door Silbersee eerder dit seizoen, was deze spaarzame en ingetogen voorstelling een schot in de roos. Met een paar simpele ingrepen transformeerden de toegangsdeuren van de Juriaanse Zaal bijvoorbeeld tot een hemelpoort. De vermelding van choreografie, film en figuranten op het programma deden aanvankelijk wat alarmbellen rinkelen, maar vormden uiteindelijk een mooie ondersteuning van de voorstelling. De geprojecteerde teksten leidden soms wel wat af van Wordens zang.

Het is moeilijk te zeggen of death speaks veel van zijn zeggingskracht verliest wanneer het werk door een andere stem dan die van Shara Worden vertolkt zou worden, maar de compositie lijkt haar op het lijf te zijn geschreven. Gelukkig was de charismatische sopraan op het podium aanwezig, bijgestaan door leden van het Doelen Ensemble. De delen you will return, mist is rising en pain changes vormden de absolute hoogtepunten van de avond. I hear you was instrumentaal gezien misschien soms wat rommelig.
De aanvullende, stemmige bijdragen van bariton André Morsch en pianist Maarten van Veen mogen ook niet ongenoemd blijven. Dankzij hen was Schubert nooit ver weg.

Morgen nog Mahler in de Grote Zaal van de Doelen ter afsluiting van dit concertseizoen, maar ik vrees dat de oude Gustav deze prachtige avond niet gaat overtreffen.

Concert: DoelenEnsemble & notabu.ensemble neue musik – Messiaen
Datum:4 oktober 2014
Uitvoerende(n):DoelenEnsemble & notabu.ensemble neue musik, Arie van Beek
Locatie:De Doelen, Rotterdam
Waardering:

Foto: Wolfgang Staudt

Foto: Wolfgang Staudt

Voor een concert dat notabene gratis werd weggegeven bij de aanschaf van kaarten voor concertseries georganiseerd door de Doelen viel de opkomst wat tegen – in België was dat verleden jaar een heel ander verhaal. Dat is jammer, want Des canyons aux étoiles… is een imposante beleving. In vergelijking met de Turangalîla-Symphonie – dat andere ijkpunt in Olivier Messiaens oeuvre – waar het orkest onderling moet vechten voor een plaats op het podium, kiest Messiaen hier voor een bescheiden bezetting. Uit die beperkte groep weet Messiaen desalniettemin indrukwekkende klanken en intrigerende texturen te destilleren. De nadrukkelijk aanwezige koperblazers, piano en uitgebreide percussiesectie zorgen voor de belangrijkste accenten. Des canyons aux étoiles… is ook het werk dat bij uitstek gezien kan worden als een voortzetting van het impressionisme in het verlengde van Debussy’s La Mer. Messiaen gaf de delen van zijn compositie niet voor niets beschrijvende titels mee en schuwt ook directe referenties naar natuurgeluiden niet door de percussionisten te voorzien van partijen voor windmachine, dondermaker en de door Messiaen bedachte geofoon.

Voor de uitvoering van Des canyons aux étoiles… werkte het DoelenEnsemble samen met het Düsseldorfse notabu.ensemble neue musik dat ook de hoornsolist (Bert Bürgers) leverde voor Appel Interstellaire, de introductie tot het tweede deel. Gedurende de avond werd ook de gewichtigheid van dergelijke solo’s (voor de piano zijn er meerdere) in het stuk duidelijk, een aspect dat bij opnames minder snel uit de verf komt. De hoornsolo van Bürgers was in ieder geval treffend. Dat gold in mindere mate voor het spel van pianist Maarten van Veen, met name in de lange pianocadens van het derde deel wist zijn spel niet helemaal te overtuigen. Overigens, waarom niemand aan een bladomslaander voor de arme pianist gedacht had is een raadsel. Messiaen schrijft over het algemeen niet de makkelijkste pianopartijen, om dan als pianist ook nog eens met je bladmuziek in de weer te moeten zijn….

Op momenten leek er bij het ensemble, onder leiding van Arie van Beek, wat moeite met het vinden van de balans in Messiaens klankstructuren, merkbaar in Les Orioles bijvoorbeeld. Daar staat tegenover dat die typische, zinderende Messiaen-harmonieën, vaak aangezet met gongslagen, in het hele stuk mooi uit de verf kwamen.

Des canyons aux étoiles… is een lange zit, maar dat had meer met de hardheid van de stoelen in de Grote Zaal van de Doelen en het (begrijpelijke) gebrek aan een pauze te maken. Volgend concertseizoen een uitvoering van Éclairs sur l’au-delà… of Chronochromie met Yannick Nézet-Séguin en het Rotterdams Philharmonisch? Of wat te denken van een integrale uitvoering van Vingt regards sur l’enfant-Jésus!