Concert: National Philharmonic of Russia – Rachmaninov & Shostakovich
Datum:20 maart 2014
Uitvoerende(n):National Philharmonic of Russia, Vladimir Spivakov; Tae-Hyung Kim, piano
Locatie:deSingel, Antwerpen
Waardering:

national-philharmonic-of-russia

Wat een lastig concert om te beoordelen. Het derde pianoconcert van Rachmaninov is in elk geval overduidelijk een publieksfavoriet, aangezien de zaal gisteravond bijna geheel gevuld was. Aan de versie van het pianoconcert die Tae-Hyung Kim ten gehore bracht schortte helaas het een en ander. Het derde pianoconcert is in technische zin een mijnenveld en Kim bleek niet kunnen voldoen aan de hoge eisen die Rachmaninov aan de pianist stelt. Dat bleek bijvoorbeeld uit de rijkelijk versierde passages in het Intermezzo: Adagio, dat maar niet wilde parelen. Ook bleek de Koreaanse pianist helaas van de school waarvan de exponenten menen iedere forte dubbel zo hard en vooral staccato te moeten spelen. Nu vereist Rachmaninov over het algemeen de nodige spierballen, maar Tae-Hyung Kim produceerde bij tijd en wijlen een ronduit onaangename klank en over de gehele linie een moeizame vermenging met de rest van het orkest.
Dit alles kon het enthousiasme van het publiek niet temperen, maar hopelijk had dat vooral te maken met de kwaliteit van musiceren van de leden van het National Philharmonic of Russia.

Aan het roer stond deze avond dirigent Vladimir Spivakov en het orkest was in zijn handen een perfect geolied uurwerk. Het Nationaal Philharmonisch werd in 2005 opgericht in opdracht van President Vladimir Poetin en het Russische Ministerie van Cultuur en heeft als een van de doelen om de kwaliteit van de Russische muziekcultuur voor het voetlicht te brengen.
Onder de leiding van Spivakov volgde na de pauze een fenomenale uitvoering van Shostakovich’ vijfde symfonie. Het is een werk dat de typische kenmerken vertoond die te vinden zijn in bijna alle muziek van Shostakovich, van de groteske marspassages die op het randje van parodie balanceren tot aan de onbestemde melancholiek die in het latere werk van de componist alleen maar sterker zou worden. Spivakov en zijn orkest toonden een bewonderenswaardige beheersing en souplesse die de problematische eerste helft van het orkest geheel deden vergeten. Waarom de celestapartij uit een synthesizer moest komen is een klein raadsel, maar dat stoorde geenszins.

Na het daverende slotstuk volgde geen ovatie van een half uur, zoals bij de première in Leningrad in 1937, maar wel een royaal en warm applaus dat door een enthousiaste Spivakov beloond werd met meerdere toegiften.

Concert: Yannick dirigeert Shostakovich (bis)
Datum:25 april 2013
Uitvoerende(n):Rotterdams Philharmonisch Orkest, Yannick Nézet-Séguin; Jean-Guihen Queyras, cello
Locatie:De Doelen, Rotterdam
Waardering:
Leningrad, 1942

Foto: Vsevolod Tarasevich

Enkel bij Shostakovich’s Leningrad is het mogelijk dat de dirigent op het einde zijn zuurverdiende bloemen aan de drummer geeft. Het stuwende ritme tijdens het Allegretto vormt dan ook de ruggengraat van de majestuositeit dat het stuk in zich heeft. Hier voel je de invasie die verbeeldt wordt tot in je botten. De arme Russen voor wie het stuk bedoeld is, en die het voor het eerst in 1942 uit de luidsprekers hoorden schallen tijdens de verschrikkelijke bezetting, moeten gedacht hebben: eindelijk, iemand die ons begrijpt.

Meer dan 70 jaar later boet het stuk amper in kracht in, en dan vooral niet gespeeld door een symfonisch concert. Zittend op de tweede rij is het volume van een rockconcert nabij. Al deerde dat de brave man op de eerste rij niet die vrolijk snurkend de symfonie uitzat, en daar kon zijn kwaad kijkende echtgenote weinig aan veranderen. Het bleken achteraf gezien Duitsers te zijn, wat zeer toepasselijk is op een ironische manier.

Cannadese dirigent Yannick liet het niet aan zijn hart komen, en danste vrolijk rond op de tonen van het orkest rond hem. De eerste viool moet nog nooit zoveel zweetspetters op zijn partituur gekregen hebben, maar het leek hem niet te deren. Met veel gevoel voor dynamiek zweepte Yannick iedere muzikant op, en hij leek op bepaalde momenten wel het halve orkest tegelijk aan te wijzen. Ondanks een paar tempofoutjes hield hij echter iedereen strak in de hand. Zijn brede glimlach op het einde verraadde echter het plezier dat hij gevoeld moet hebben tijdens het dirigeren van zoveel geweld en pathos tegelijk. De vermoeide glimlach van een paar blaasinstrumentmuzikanten achteraf sprak boekdelen.

Mahler als dirigent is niet meer te zien, maar waarschijnlijk is Yannick er niet ver vanaf. Volgend seizoen dirigeert Yannick de vuurvogel van Stravinski, we staan paraat.

Oh ja, er werd ook het eerste cello concert van Shostakovich uit 1959 gespeeld. Daar heeft Marc al een mooier stukske over geschreven dan ik ooit zou kunnen.

Concert: Yannick dirigeert Shostakovich
Datum:25 april 2013
Uitvoerende(n):Rotterdams Philharmonisch Orkest, Yannick Nézet-Séguin; Jean-Guihen Queyras, cello
Locatie:De Doelen, Rotterdam
Waardering:
Yannick Nézet-Séguin

Foto: Marco Borggreve

Het concert van gisteren in De Doelen is het bewijs dat symfonische muziek vaak op zijn best genoten kan worden in een concertzaal. Op het programma stonden twee belangrijke werken van Dmitri Shostakovich; zijn eerste Cello Concert (1959) en de Zevende Symfonie (“Leningrad”, 1941). Beide werken werden gedirigeerd door Yannick Nézet-Séguin, Eerste Dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest met Jean-Guihen Queyras op cello tijdens het Cello Concert voor de pauze.

Het Cello Concert, oorspronkelijk geschreven voor Mstislav Rostropovich, is doorwrocht met Shostakovich’ beroemde DSCH motief en wordt op meesterlijke wijze getransformeerd en verweven in zowel de cello- als orkestpartituur. Ik kan me voorstellen dat het vooruitzicht van het spelen van het Cello Concert iedere cellist vervuld van enige angst, aangezien het een van de moeilijkste stukken voor cello in het repertoire is, zeker het cadenza aan het begin van het derde deel. Cellist Jean-Guihen Queyras zag er in ieder geval niet bang uit en leek zijn samenspel met Nézet-Séguin en het orkest zichtbaar te waarderen.

“Gigantisch” en “monumentaal” zijn twee kwalitatieve omschrijvingen die met recht kunnen worden toegekend aan Shostakovich’ Zevende Symfonie. Niet alleen vanwege de lengte en historische achtergrond is het werk een monument, de muziek is eveneens bijzonder krachtig – het ene moment een militaire mars om vervolgens over te vloeien in zachtmoedige harmonieën en dat alleen al in het eerste deel. Dirigent Nézet-Séguin is een energieke aanwezigheid op het podium en zijn en enthousiaste optreden past bijzonder goed bij de turbulente muziek van Shostakovich.

Persoonlijk geef ik de voorkeur aan de sobere, gerichtere Shostakovich van voor de pauze, hetgeen overigens niets afdoet aan de formidabele prestatie van het Rotterdams Philharmonisch Orkest in beide werken. Het is simpelweg mijn voorliefde voor de getormenteerde, oudere Shostakovich.

Dit artikel verscheen eerder in het Engels op heutediewelt.nl.