Titel:The First Four Notes: Beethoven's Fifth and the Human Imagination
Auteur(s):
Jaar:2012
Uitgever:Knopf
Waardering:

The First Four NotesVoor musicologen is het waarschijnlijk niet al te moeilijk om een boekwerk van respectabele lengte te schrijven over een Beethoven symfonie. Bijna vierhonderd pagina’s volschrijven over enkel de openingsnoten van de beroemde Vijfde Symfonie in c (1804–1808) is een onderneming van een totaal andere orde. Afgaande op de flaptekst en introductie van The First Four Notes is dat precies wat schrijver Matthew Guerrieri heeft gepoogd in zijn boek.

Als je echter wat verder gaat lezen in het lange essay van Guerrieri blijkt de kracht van enkel het iconische openingsmotief da-da-da-dam toch niet genoeg stof op te leveren voor een lijvige bespreking. The First Four Notes is daarom ook meer een analyse van de verschillende betekenissen die aan de symfonie zijn gegeven in de twee eeuwen die volgden op de première in 1808. Ook de veranderende visie op Beethoven als componist en historisch figuur komt naar voren. Zo legt hij aan de hand van een vergelijking met La Marseillaise de notie van Beethoven als politiek revolutionair bloot.

The First Four Notes is zware kost voor mensen die geen affiniteit hebben met de filosofie, aangezien het de wetenschapstak is waar Guerrieri bijna zijn hele relaas aan ophangt. Guerrieris obsessie met de filosofie levert enerzijds mooi inzichten op, zoals in het hoofdstuk waarin de vermeende relatie tussen de symfonie en het idee van lotsbestemming uitgebreid aan bod komt. Naarmate de auteur echter dieper in het ideologische moeras van de laat-negentiende eeuw duikt en Beethoven verder achter zich laat, wordt zijn verhaal steeds lastiger te volgen. Zo is Associations, hoofdstuk vier, een lange uiteenzetting over het transcendentalisme waarvan de relevantie met Beethovens symfonie wel heel mager is. Pas als componist Charles Ives en zijn Concord Sonata ten tonele verschijnen wordt duidelijk waarom Guerrieri zoveel aandacht schenkt aan de literaire en filosofische stroming. Maar ook op detailniveau is het soms moeilijk om de kronkels te volgen die Matthew Guerrieri maakt om de vijfde symfonie te verbinden met de verscheidene ideeënwerelden van de afgelopen twee eeuwen, zeker als het gaat om de complexe theorieën van Debord of Adorno.

Na een sterke uiteenzetting over de vijfde symfonie als propagandamiddel in de Tweede Wereldoorlog sluit Guerrieri af met een hoofdstuk dat in zijn fragmentatie wellicht symbool staat voor de afgelopen vijftig jaar. Na een eeuw waarin de symfonie van Beethoven steeds een eenduidige en gewichtige symboliek toegekend kreeg (Symfonie van het Lot, de Revolutie of de Vrijheid), wordt deze tegenwoordig vrijelijk gesampled, verknipt, ingezet voor reclame en zelfs gebruikt in de strijd tegen racisme.

Guerrieris stijl is helder en humoristisch, maar bij een volgend boek is hij waarschijnlijk gebaat bij het maken van strengere keuzes, met The First Four Notes wil hij te veel stof in een keer behandelen. Een aantal hoofdstukken, bijvoorbeeld over de Tweede Wereldoorlog of Victoriaans Engeland, zouden in verlengde vorm een prima analyse zijn van de invloed en betekenis die de eerste vier noten van Beethovens meesterwerk hebben gekregen in de collectieve beleving. Dan hoeven Immanuel Kant of Georg Hegel ook niet zo vaak op te draven.