richard-nanesHet is misschien oneerlijk om van een amateurcomponist dezelfde muzikale kwaliteiten te eisen als van zijn professionele collega’s. Nu zoeken dilettanten over het algemeen niet actief de publiciteit of het succes van de gemiddelde professionele musicus, dus de noodzaak van het publiekelijk affakkelen van hobbyisten blijft gelukkig beperkt. De Amerikaan Richard Nanes uit New Jersey vormt echter een uitzondering op de dilettant zonder noemenswaardige zucht naar beroemdheid.

Nanes, die in 2009 aan kanker overleed, beschreef zichzelf ooit als een “modern 19th-century person”. Hoewel hij aanvankelijk aan het Parijse Conservatorium studeerde, werd hij stinkend rijk als topman en mede-eigenaar van Nanes Finishing and Assembly Corporation in Newark, een bedrijf dat gespecialiseerd was in het vervaardigen van computerbehuizingen.

Vanaf de jaren ’80 zette Nanes zijn rijkdom in voor de promotie van zijn grootste passie: muziek. Vermogende mecenassen zijn natuurlijk gemeengoed in de kunst, het unieke aan Richard Nanes is echter dat de promotieactiviteiten zich voornamelijk concentreerden op het oeuvre van Nanes zelf. Als een niet onverdienstelijke pianist speelde de man regelmatig programma’s volledig bestaande uit eigen werk. Via een zogenaamd vanity label, gefinancierd door Nanes, werden er ook veelvuldig opnames gemaakt van zijn pianowerk, kamermuziek en orkestrale composities. Soms zijn het opnames met gerenommeerde musici, zoals vier symfonieën uitgevoerd door het London Philharmonic Orchestra of vijf strijkkwartetten door het Budapest String Quartet. Nu wil het feit dat die laatste groep in 1967 werd opgeheven, dus waarschijnlijk gaat om de minder illustere opvolgers van het New Budapest String Quartet, opgericht in 1971. Desalniettemin geen kleine namen.

De weinige serieuze besprekingen van Nanes’ werk ((Zie Jeffrey Quick of een oude recensie in de New York Times.)) maken het moeilijk om te bepalen wat de kwaliteit is van zijn muzikale oeuvre (na het beluisteren van de muziek wordt overigens al snel veel duidelijk). De recensies op Amazon bijvoorbeeld, waar veel van zijn muziekalbums te koop zijn, stuiteren van afschuw naar uitingen van pure idolatrie. Sceptici menen dat de hyperpositieve kritieken ook onderdeel uitmaken van Nanes’ verheffingscampagne van zijn eigen muziek.

In zijn hoedanigheid als componist lijkt het alsof Richard Nanes een blokkendoos met Romantische muzikale bouwstenen heeft omgekieperd en maar lukraak is gaan stapelen. Het resultaat is een weinig coherent geheel doorspekt met obligate arpeggi en roulades. De onderstaande Nocturne en Rhapsody Pathetique zijn voorbeelden die het meanderende karakter en gebrek aan muzikaal contrast prima illustreren. De rapsodie zou een dialoog tussen viool en orkest kunnen zijn; als de violist wat technische capriolen uithaalt, een soort optelsom van virtuoze passages uit het gehele Romantische vioolrepertoire, brommen de andere orkestleden wat op de achtergrond voort, totdat ze weer hortend en stotend van zich mogen laten horen. Nanes is bloedserieus en overtuigd van zijn kunne als het aankomt op zijn compositorische kwaliteiten, dat blijkt bijvoorbeeld wel uit de titels die zijn derde en vierde symfonie hebben, respectievelijk The Holocaust en The Eternal Conflict. Dergelijke subtitels vermijden in ieder geval de schijn van ironie, mocht die ontstaan zijn na een onderwerping aan het muzikale gemodder van maestro Nanes.

Het was misschien beter geweest als Richard Nanes zijn naam en vermogen verbonden had aan een concertzaal, of zijn kwaliteiten als pianist benut om muziek uit de door hem geliefde Romantiek te populariseren. Wellicht allemaal niet heel erg origineel en zeker niet groots en meeslepend, maar dat zijn Richard Nanes’ eigen muzikale creaties al helemaal niet.