Concert: La Capella Reial de Catalunya & Hespèrion XXI – Lof der Zotheid
Datum:28 oktober 2015
Uitvoerende(n):La Capella Reial de Catalunya & Hespèrion XXI, Jordi Savall; Loes Luca, declamatie; Peter Blok, declamatie; Reinout Bussemaker, declamatie
Locatie:Laurenskerk, Rotterdam
Waardering:

jordi-savall-hesperion-xxiDie Geert Geerts toch, na vijf eeuwen heeft men het nog steeds over hem. Weliswaar draagt hij dan de welluidendere naam Desiderius Erasmus, maar het is toch geen gekke verdienste voor een onwettig kind, geboren in een tijd waarin men een dergelijke status nog classificeerde als een geboortedefect (defectus natalis). Rotterdam mag graag te koop lopen met haar status als geboortestad van een van de grootste humanisten uit de geschiedenis – ook al woonde Erasmus er slechts drie jaar. Het eerbetoon van Jordi Savall en wijlen Montserrat Figueras aan Erasmus van Rotterdam en zijn Lof der Zotheid kon daarom ook niet ontbreken tijdens de viering van vijftig jaar De Doelen.

De keuze voor de Laurenskerk als locatie van het concert mag toepasselijk genoemd worden, aangezien het geboortehuis van Erasmus in de buurt van de kerk gelegen moet hebben. De symboliek van de plek ten spijt, bleek de keuze voor de Laurenskerk niet helemaal gelukkig. Qua akoestiek leende het gebouw zich uiteraard prima voor de koorwerken die in het programma van Lof der Zotheid waren opgenomen, maar sommige instrumentale werken hadden te lijden onder de architectuur van de kerk. In de passages voor intiemere instrumentbezettingen vermengden de tere klanken zich regelmatig tot een wirwar van melodie en ongewenste nagalm. Ook de opstelling van het massaal toegestroomde publiek was niet ideaal; een grote tribune in het midden van de kerk en twee zijtribunes waar het zicht deels ontnomen werd door de steunpilaren van het gebouw. Hopelijk hebben de achterste rijen het concert ook ten volle meegekregen, anders is het extra zuur dat zo’n beetje alle goede plaatsen vooraf gereserveerd leken te zijn.

Savalls Lof der Zotheid is aan de lange kant, maar door de rijke schakering aan muziek van uiteenlopende componisten, velen anoniem, en de declamaties van Erasmus en tijdgenoten werd het nergens saai. Qua muziek liep de selectie uiteen van sacrale werken van redelijk bekende namen als Josquin de Prez, Gesualdo en Dufay, tot hofmuziek en drinkliederen, zoals het enthousiasmerende slotstuk Quand je bois du vin clairet. Met enige regelmaat ontstegen de gekozen werken het karakter van illustratie bij een historische gebeurtenis, zoals het prachtige Este es el pan de la aflicción, dat volgde na een voordracht over de verdrijving van de Joden uit Spanje, Portugal en Florence. De tekstuele selecties schetsten met name een mooi beeld van hoe Erasmus als denker in de wereld stond. Daarbij waren met name de passages uit brieven en Erasmus’ Adagia bij vlagen akelig actueel. Peter Blok en Reinout Bussemaker declameerden hun teksten glashelder en met zorgvuldig gedoseerde theatraliteit. Loes Luca had het duidelijk lastiger met de meanderende zinnen uit Lof der Zotheid, maar maakte enkele versprekingen meer dan goed met haar smakelijke verteltrant. De vraag is wel of de selectie van Sergi Grau en Manuel Forcano een compleet beeld geeft van Erasmus en zijn tijdgenoten. Afgezet tegen Erasmus komt Luther bijvoorbeeld bijna naar voren als een wauwelend lulletje rozenwater dat zijn schimpscheuten tracht te maskeren met verzachtende, hoffelijke aanspreektitels.

Concluderend is geschiedenisles met Jordi Savall een feestje en ook nog eens een gelegenheid waarbij hij weet te ontroeren.

Concert: Ralph van Raat – Zappa’s Black Page
Datum:3 mei 2015
Uitvoerende(n):Ralph van Raat, piano; Heather Pinkham, piano; Christos Papandreopoulos, piano; Anne Veinberg, piano; Daan Kortekaas, piano; Sebastiaan van Bavel, piano
Locatie:de Doelen, Rotterdam
Waardering:

Foto: Simon van Boxtel

Foto: Simon van Boxtel

“Onverschrokken” is de kwalificatie die het beste bij pianist Ralph van Raat past. Twee jaar geleden speelde hij nog met een gigantisch orkest de Turangalîla-Symphonie van Messiaen en in de Doelen presenteerde hij het afgelopen seizoen in de The Black Page reeks een keur aan virtuoze muziek.
In dit afsluitende concert van die Red Sofa concertreeks kwam het percussieve karakter van de piano vrij prominent naar voren. Op zich niet vreemd, gezien de reeks met Van Raat dezelfde naam draagt als de legendarische drumsolo van Frank Zappa: The Black Page. De bewerking van The Black Page #1 voor piano waarmee Van Raat aftrapte miste echter de hoekigheid en daardoor de spanning van het origineel.

Zowel face so pale (1992) als bell (2015) van David Lang en Frederic Rzewskis Winnsboro Cotton Mill Blues vormden een geslaagdere verkenning van het percussieve karakter van de piano. face so pale is Langs bewerking van een ballade van Guillaume Dufay (Se la face ay pale) voor zes piano’s. Het prachtige stuk bestaat bijna geheel uit lang uitgesponnen, hypnotiserende zanglijnen vol tremolo’s.
Voor Van Raat schreef David Lang het werk bell dat stevig in de traditie van de componisten van Bang On A Can staat; behoorlijk swingend klokkengelui dus. Beide werken vertegenwoordigen overigens de duale natuur die er lijkt te bestaan in Langs oeuvre. Enerzijds is er de melancholische verstilling, waar face so pale, maar ook het recente death speaks en the little match girl passion voorbeelden van zijn. Anderzijds is er de stuwende puls, te vinden in werken als man made, pierced en pianocomposities als bell.

Frederic Rzewski, aangekondigd door Van Raat als een moderne versie van Franz Liszt, staat vrij ver af van de ogenschijnlijk simpele en buitengewoon analytische trefzekerheid van David Lang. Rzewskis Winnsboro Cotton Mill Blues uit Four North American Ballads barst van de muzikale ideeën, beeldspraak en ook een politieke boodschap ontbreekt niet. Het zijn dit soort stukken waarin Van Raat als solist excelleert. Van vingervlugge akkoordenpassages tot en met het spelen van baspartijen met de ellebogen; Van Raat is in zijn element.

De stormachtige Romantiek van Charles-Valentin Alkan kostte duidelijk meer moeite. De vier études (Op. 39) die samen de Symphonie pour piano seul vormen, vragen om een ongekend technisch vermogen, maar ook om zangerige lyriek. Een klare zanglijn was helaas afwezig in het spel van Van Raat, dat te voorzichtig in de linkerhand en te zwaar in de rechter was. Desalniettemin prettig om de onterecht onbekende Alkan eindelijk eens op een concertprogramma te zien. Waar blijft dat welverdiende retrospectief?
Van Raat revancheerde met een uitvoering van Rhapsody in Blue. In Gershwins virtuoze jazzrapsodie dreigde de melodielijn eveneens op momenten het onderspit te delven in de wirwar van noten, maar ging nergens kopje onder. Samen met de stukken van Lang de beste uitvoering van de avond.

Het sluitstuk, Sensitive Spot (2007) voor zes piano’s, van Kate Moore deed denken aan face so pale van David Lang, ook al komen de componisten via andere wegen tot hun uiteindelijke klankpalet. Waar Lang zijn muzikale materiaal uitsmeert over zes instrumenten, spelen bij Moore alle pianisten dezelfde melodie zo secuur mogelijk van de partituur. Gezien het snelle tempo en de grenzen van de menselijke precisie ontstaan er echter al snel verschuivingen in klanktexturen, met alle psychoakoestische effecten van dien. Anders dan bij David Lang waren de lang aangehouden, zachte passages in de compositie van Moore niet altijd even interessant. Het aangename geluidsbad dat het incidentele fortissimospel soms teweegbracht was dan weer wel een mooie vondst.

Ralph van Raat is volgend jaar april gelukkig weer terug met een avond gewijd aan de Engelse componist Thomas Adès.