Concert: DoelenKwartet – Van chakra’s en zwarte engelen
Datum:6 december 2015
Uitvoerende(n):DoelenKwartet
Locatie:de Doelen, Rotterdam
Waardering:

george-crumbHet DoelenKwartet waagde zich aan twee strijkkwartetten vol muzikale ideeën en ongewone speeltechnieken. The Seven Chakras van de Vlaamse componist Wim Henderickx nam de volledige eerste helft van het programma in beslag. Zijn derde strijkkwartet werd uitgevoerd met elektronica en lichteffecten, zoals dat elf jaar geleden bij de première in deSingel in Antwerpen ook het geval was. Qua karakter had het werk veel weg van het beroemdere werk van George Crumb dat later die avond nog zou klinken, maar ook de geest van een componist als Alfred Schnittke waarde rond. The Seven Chakras is een lang werk en leek soms een soort etalage van alle extended techniques die in de loop van de afgelopen twee eeuwen voor strijkinstrumenten zijn uitgevonden. In de partijen voor cello en de live gegenereerde electronica waren de mooiste geluiden te vinden, maar bleven helaas vaak op de achtergrond ten opzichte van de violen. De lichteffecten bleken een uitermate bescheiden toevoeging. Anders dan bij Crumb, ook niet vies van het nodige theater en onconventioneel spel, werd Henderickx’ creatie maar geen sluitend geheel.

Spanning was er alom in de uitvoering van Black Angels van George Crumb. Het DoelenKwartet leidde dit werk in met het beroemde deel uit het het veertiende strijkkwartet van Franz Schubert, bijgenaamd Der Tod und das Mädchen. Het is namelijk een van de prominentere muzikale citaten die Crumb in zijn eigen kwartet heeft verwerkt. Deze, toch wat overbodige, toevoeging kwam helaas niet helemaal goed uit de verf, het leek soms alsof violist Frank de Groot bij een aantal passages de rest van het kwartet moest inhalen. Met een symfonie van piepende insecten als opening, theatrale gongslagen en een batterij aan onconventionele speltechnieken werd Black Angels een intense luisterervaring. Daar deden de gebroken snaar van altvioliste Karin Dolman in Devil-music en de daaropvolgende onverwachte pauze niets aan af.

De concerten die gaan plaatsvinden in het nieuwe concertseizoen 2014-2015 van de Doelen zijn inmiddels bekend, bij het doorbladeren van de programmagids een aantal zeer prettige verrassingen. Met name de keuze voor David Lang als gastcomponist in de Red Sofa serie lijkt mij een aanwinst. Lang is het lopende seizoen composer in residence van Carnegie Hall en won een Pulitzer Prize voor zijn The Little Match Girl Passion. Zowel dit passiespel als het zo mogelijk nog mooiere Death Speaks, primair geschreven voor de stem van Shara Worden, staan beiden op het programma, samen met een aantal andere werken en interessante premières. Gaat dat zien.

Qua klaviervirtuozen is het dit jaar wat minder gesteld. Yundi mag, na zijn horroroptreden van het afgelopen seizoen, terugkomen met werken van Chopin. Dat slaan we gevoeglijk over.
De rest van het repertoire van de pianisten die de Doelen bezoeken bestaat toch weer voornamelijk uit componisten van Klassieke en Romantische snit. Gelukkig brengt pianist Ralph van Raat wel de nodige spanning met zijn keuze voor Zappa, Rzewski, Crumb, Xenakis en jawel… Alkan!

De uitvoering van Messiaen’s Des canyons aux étoiles… in oktober mag ook niet onvermeld blijven. Veel interessant modern repertoire dus. Dat gaat nog lastig kiezen worden als straks het programma van deSingel in Antwerpen ook beschikbaar is.

vox-balaenaeIn de jaren ’90 struikelde je zowat over de CDs met new age muziek waarbij men zijige synthesizerakkoorden meende te moeten combineren met het gezang van walvissen, ongetwijfeld heilzaam voor het in balans brengen van de menselijke energiebalans en andere vage nonsensconcepten.

Het zingen van de walvis werd voor het eerst vastgelegd in 1967 door onderzoekers Roger Payne en Scott McVay. Capitol Records bracht enkele jaren later een LP uit met daarop de opnames die Payne en McVay maakten die enige tijd populair was en de campagne tegen de internationale walvisvangst indertijd een enorme stimulans gaf. Ook componist George Crumb hoorde in die tijd de opnames van Payne en McVay wat hem inspireerde om Vox Balaenae te schrijven.

In de partituur heeft de componist aangegeven dat de spelers van het ensemble – fluit, cello en piano – allen gemaskerd moeten zijn, dit om de menselijkheid zo veel mogelijk te onderdrukken tijdens de opvoering van het stuk. Over het algemeen vervullen dergelijke capriolen mij met enige scepsis, de eens verfrissende baldadigheid van John Cage is door overenthousiaste navolgers verworden tot vermoeiende spielerei. Volgens Crumb staan in Vox Balaenae de onpersoonlijke natuurkrachten echter centraal, waarbij de menselijke factor zoveel mogelijk onzichtbaar is, in dat licht hebben zijn “Cageiaanse” aanwijzigingen voor het ensemble misschien toch waardevol. Een opvoering van het werk waarbij de gemaskerde spelers slechts belicht worden door blauwe schijnwerpers moet hoe dan ook een bijzondere ervaring zijn.

Het stuk bestaat uit drie delen; een proloog (Vocalise), variaties en een epiloog (Sea Nocturne). De variaties zijn genoemd naar de verschillende geologische era’s en kennen een groeiende intensiteit en onstuimigheid, eindigend in de agressie van het Cenozoïcum (Tijdperk der Zoogdieren). De serene Sea Nocturne is een prachtige afsluiting waarbij het neo-impressionistische karakter van het gehele werk het duidelijkst naar voren komt. Crumb gebruikt door het hele stuk onconventionele instrumentale technieken om zo dieren- of diepzeegeluiden te imiteren. Zo zingt de fluitist in zijn instrument, een muzikale symbolisatie van de bultrug, en speelt de cellist vele glissandi om het geluid van meeuwen op te roepen.

Vox Balaenae laat zich misschien wel het beste beschrijven als een modernistische voortzetting van Claude Debussy’s La mer. Waar Debussy de uiterlijke natuurkrachten in drie symfonische schetsen toonzet, duikt George Crumb onder de zeespiegel om de al even wilde onderwaterwereld te treffen in zijn eigen muzikale idioom.

Het stuk begint rond 3:45, na de Duitse introductie.