Concert: Joyce Yang & deFilharmonie
Datum:30 mei 2014
Uitvoerende(n):Joyce Yang, piano; deFilharmonie, Edo de Waart
Locatie:De Bijloke, Gent

Joyce YangHet laatste concert van een muzikaal seizoen wordt altijd een beetje speciaal. Het is namelijk het concert dat het verst in het geheugen zal liggen tijdens de maanden zonder concertbezoeken. Vooral het laatst gespeeld stuk is dan belangrijk. Een gebrekkige lezing vooraf van het programma van de avond kan dan voor verrassingen zorgen.

Hoofdbrok van de avond was het Pianoconcert nr. 2 in c, opus 18 van Rachmaninov, gespeeld door de jonge Koreaanse Joyce Yang. Dit stuk staat al lang op haar repertoire, maar de trillende handen tijdens de beginakkoorden verraadden toch een zekere zenuwachtigheid. Na het inzetten van het orkest werd al snel duidelijk dat dit een ware wedstrijd zou worden tussen haar instrument en dat van alle anderen. Ze speelde op een heel lichte, klaterige manier die niet kon opboksen tegen het volume van het orkest. Enkel tijdens de solo-momenten was ze goed hoorbaar, maar vanaf dat er meer dan twee secties van het orkest meespeelden verdween haar pianospel.

Nu zijn we natuurlijk geluidsopnames gewoon waarbij de piano artificieel op de voorgrond wordt gemixt zodat deze altijd goed hoorbaar blijft, maar ook in een concertzaal zou de orkestleider dan ervoor moeten zorgen dat deze min of meer zo blijft. Vooral in het middenregister was Yang grotendeels onhoorbaar, haar baspartijen en hogere noten kwamen net iets beter uit de geluidsmuur prikken. Toch miste haar spel de kracht en diepte die nodig zijn om dit soort stukken samen met een orkest te spelen.

Het tweede rustigere deel was veel meer op haar lijf geschreven, en daar kon ze wel laten zien dat ze de pianopartij erg goed onder de vingers had. Alles werd met de nodige vingervlugheid gespeeld, en ondanks een paar foutjes haalde ze de liederigheid mooi uit de brede frases die Rachmaninov zo typeren. Tijdens het derde deel kwam het orkest echter weer in alle hevigheid opzetten, waardoor er van de pianomuziek opnieuw weinig overbleef. Had het te maken met de krappe opstelling van het orkest rond de soloïste, eigen aan de unieke smalle vorm van de oude ziekenzaal van De Bijloke?

Na de orkestrale thema’s van Rachmaninov was het de beurt aan de ‘soundscapes’ van Debussy’s La Mer, een stuk dat door velen als een verslaving wordt aanschouwd omwille van zijn enorme diepgang, atypische opbouw en rijke klankkleuren. deFilharmonie speelde het stuk met een perfecte balans: de verschillende secties die elk hun eigen stem toevoegen aan het stuk kregen de nodige ruimte, maar dirigent Edo de Waart zorgde ervoor dat de cohesie bewaard bleef. Elke nuance was te onderscheiden van elkaar, en zorgde voor een nog grotere appreciatie van het stuk.

Ik dacht dat dit een perfecte afsluiter zou worden van dit muzikale seizoen, maar niets was minder waar. Dankzij de al vernoemde gebrekkige lezing van het programma, bleven de lichten in de zaal uit en verscheen er een onheilspellend getrommel uit het midden van het orkest. Jawel, het duivelse ritme van Ravels kosmische grap: de Boléro.

De blaaspartijen konden nog enige schwung in hun passages brengen, maar de strijkers speelden het op de perfecte monotone manier dat het stuk van hen verlangt. Het publiek vond het prachtig, of zoals iemand vakkundig zei ‘Ook al heb je het zo vaak gehoord op opnames, live blijft het toch iets speciaals’. Inderdaad, live kan je het niet stopzetten. Er bestaat volgens mij een speciale cirkel in de hel waar enkel dit stuk gespeeld wordt. De warme temperaturen in de zaal waren hier alleen maar een bewijs van. Dat de arme man die op zijn trommel het ritme van de Bolero moest aangeven op het einde de bloemen van de dirigent ontving, spreekt boekdelen over de foltering die hem werd aangedaan.

Er volgde geen al te lang, typisch Vlaams gematigd applaus waarna iedereen de mooie lenteavond met aangenamere temperaturen opzocht. Als seizoensafsluiter werd het een memorabele avond, maar een seizoenshoogtepunt werd het niet.

 

Concert: Three Tales van Steve Reich (bis)
Datum:12 september 2013
Uitvoerende(n):Ensemble Modern & Synergy Vocals, Sian Edwards
Locatie:de Bijloke, Gent

Hindenburg Marc heeft het vooral over het stuk Three Tales gehad, en dat is waar tijdens een opvoering van dit stuk vooral de nadruk op ligt. Door de videobeelden en soundtrack liggen alle tempi op voorhand vast waardoor enige improvisatie onmogelijk wordt. Dit maakt dat er de vraag kan gesteld worden of een live concert genoeg van een opname afwijkt om er ook daadwerkelijk voor uit de zetel te komen.

Ensemble Modern en Synergy Vocals bewezen dat dit wel degelijk het geval is. Ten eerste gebeurt het niet vaak dat je thuis met volle aandacht deze video-opera met bijbehorende beelden volledig gaat bekijken. Hierdoor komt de nadruk altijd te liggen op de muziek, wat uiteraard niet de bedoeling was toen Reich het stuk schreef of zijn vrouw Beryl Korot de beelden samenstelde. Het stuk uitgevoerd zien worden is dan de ideale manier om beide media weer op eenzelfde niveau te brengen (dat de zwakte van de beelden hierdoor ook meer uitgesproken wordt, is een resultaat hiervan).

Ten tweede wordt al onmiddellijk bij de eerste tonen duidelijk wat een huzarenstukje is om dit stuk perfect synchroon met de beelden te spelen. Het slagwerk van het Ensemble Modern speelde perfect op het ritme de verschijning van krantenkoppen mee, en het hele Ensemble en Synergy Vocals bleken 75 minuten lang perfect op elkaar en op de beelden afgestemd. De eerste minuten moesten de stemmen nog afgeregeld worden, maar dit bracht de geluidsman schijnbaar snel in orde.

De kerkachtige architectuur van de Bijloke in Gent kwam het stuk ook nog eens ten goede door zijn lange smalle structuur, waardoor de muzikanten mooi onder het breedtevullend scherm konden plaatsnemen dat de rest van de naaf vulde. Alle aandacht werd gefocust op de actie zelf, zoals het hoort.

Toch was het publiek niet dolenthousiast, en stierf het applaus uit nog voor alle bloemen in de juiste handen waren terechtgekomen (waarna er beleefd opnieuw werd geapplaudisseerd, waar prompt opnieuw mee werd opgehouden toen duidelijk werd dat het laatste boeket was uitgedeeld). Dit komt ongetwijfeld door het weinig wervende karakter van de opera zelf, of misschien worstelden alle concertgangers met de vragen die erdoor werden opgeroepen? Het doet alleszins geen afbreuk aan de kwaliteit van het geleverde werk door de muzikanten, maar een klein extra stuk waarin de muzikanten zich even helemaal hadden laten gaan (een stukje Zappa misschien?) hadden het concert extra glans kunnen geven.