Concert: Sarah Kirkland Snider – Unremembered
Datum:6 maart 2017
Uitvoerende(n):Shara Nova, Padma Newsome en DM Stith, stem; DoelenEnsemble en Codarts Ensemble, Hans Leenders; Michael Hammond, sound design; Nathaniel Bellows teksten en projectie
Locatie:de Doelen, Rotterdam
Waardering:

Foto: Willy Somma

In vele opzichten is Unremembered, een samenwerking tussen componist Sarah Kirkland Snider en dichter Nathaniel Bellows, een liedcyclus in de traditie van Franz Schubert. Weemoed, natuursymboliek en de Dood zijn belangrijke ingrediënten. Anders dan Schubert schreef Snider haar cyclus niet voor een pianist met daarnaast een keurige sopraan of bariton; Unremembered zit barstensvol samples, een ensemble dat voornamelijk uit houtblazers en strijkers bestaat en kent drie zangpartijen voor stemmen met een klassiek bereik die moeiteloos moeten kunnen schakelen naar popvocalen. Een piano is ook aanwezig, maar heeft slechts in enkele delen van Unremembered een prominente rol. Geen Schubert dus, wel wonderschoon.

Net als in haar vorige cyclus, Penelope, maakt Snider dankbaar en effectief gebruik van het karakteristieke stemgeluid van Shara Nova. De zangeres van My Brightest Diamond loodste de luisteraar afgelopen maandag in de Doelen feilloos en glashelder door het mysterieuze en soms zelfs gevaarlijke platteland van Massachusetts zoals Nathaniel Bellows het zich herinnert in het libretto. DM Stith leek wat meer moeite met zijn partijen te hebben, maar dat kan ook aan de mixage van de stemmen hebben gelegen. Het is ook nogal een opgave om boven al dat gesampelde geweld en een ensemble op volle sterkte uit te komen. In de latere delen, vanaf The Slaughterhouse, leek Stith in ieder geval opgewarmd te zijn. Padma Newsome, een eigenzinnige verschijning met ditto stemgeluid, wist zijn relatief spaarzame bijdragen zeer overtuigend neer te zetten.
Unremembered is onmiskenbaar luistermuziek en eist dan ook alle aandacht op. Soms giert het flink uit de bocht, of wordt je als luisteraar overvoerd met indrukken, maar te allen tijde is het een zinderende ervaring.

Concert: Nora Fischer & DoelenEnsemble – death speaks
Datum:17 januari 2017
Uitvoerende(n):Nora Fischer, zang; Yannick Hiwat, viool; Wiek Hijmans, gitaar; Maarten van Veen, piano; Michael Wilmering, bariton; Hans Eijsackers, piano; Virginia del Cura Miranda, cello;
Locatie:De Doelen, Rotterdam
Waardering:

Foto: Marco Borggreve

Is het mogelijk om de zangeres te vervangen voor wie een stuk op het lijf geschreven is? Het DoelenEnsemble nam afgelopen dinsdag de proef op de som met de reprise van David Langs death speaks en koos voor een samenwerking met de sopraan Nora Fischer. In 2015 zong Shara Nova (toen nog Shara Worden) in de Jurriaanse Zaal van de Doelen Langs compositie en dat was een magische ervaring. De productie is in 2017 qua enscenering nagenoeg hetzelfde. Op het podium staan wel wat nieuwe gezichten, waaronder de uitstekende violist Yannick Hiwat en Wiek Hijmans op gitaar.

Al bij de eerste noten van you will return werd duidelijk: als de stem van Shara Nova al vervangbaar is, dan is het niet door die van Nora Fischer. Over de hele linie was haar geluid dunner in vergelijking met het bijna weelderige stemkarakter van Nova. Vervelender was dat het bijna leek alsof ze Langs bronmateriaal niet begreep. Accenten lagen vaak net verkeerd of bleven geheel achterwege en het zuchtende, smachtende personage uit Nova’s intense interpretatie was in geen velden of wegen te bekennen. Misschien lag het ook aan de gebrekkige balans van de mixage, of het feit dat ze met een flinke microfoon moest zingen. Het optreden bij Podium Witteman was niet perfect, maar alleszins better. Bij de hoge noten, bijvoorbeeld in het afsluitende I am walking, leek Fischer wat op te leven, maar het bleef verder erg vlak. Saai op momenten zelfs. Dat had ook een negatieve uitwerking op de toch wat plechtstatige choreografie en gefilmde beelden; ineens was de bijzondere productie van twee jaar geleden een lange zit.

Concert: Marc-André Hamelin – Cage, Stockhausen, Hamelin & Schubert
Datum:10 december 2015
Uitvoerende(n):Marc-André Hamelin, piano
Locatie:deSingel, Antwerpen
Waardering:

Foto: Sim Canetty-Clarke

Foto: Sim Canetty-Clarke

De naam van pianist Marc-André Hamelin is onlosmakelijk verbonden met complexe muziek voor virtuozen. De catalogus van zijn opnames bij muzieklabel Hyperion is daar een bewijs van en natuurlijk de programma’s waarmee hij de wereldwijde concertzalen aandoet. Zo op het eerste oog bevatte het recital van Hamelin, met een Klavierstück van Stockhausen en werk voor prepared piano van Cage, in deSingel ook alle ingrediënten voor een avond stormachtige klavieracrobatiek. Met Klavierstück IX, Cages The Perilous Night en de laatste pianosonate van Franz Schubert koos de Canadese pianist echter voor een wat meer ingetogen programma.

Zowel The Perilous Night als het werk van Stockhausen vormden zeer geslaagde openingsstukken. Hamelin bewees zich een subtiele percussionist op de prepared piano en wist de droge woodblock en tinkelende gamelan timbres heel mooi te vermengen. In Stockhausens studie naar een akkoord bestaande uit vier noten kwam Hamelin de Virtuoos ook goed tot zijn recht in de vingervlugge passages. Helaas heeft de componist geen herhaling van 139 keer voorgeschreven voor het slot van het stuk, zoals het geval bij de openingsmaten. De slotpassages zijn namelijk onvervalste Stockhausiaanse klankmagie en Hamelin betoonde zich een waardige vertolker.

Met twee werken van eigen hand luidde de pianist het Romantische gedeelte van de avond in. Chaconne en Pavane variée zijn grotendeels een moderne voortzetting van de muziek die Liszt schreef tot grofweg het moment dat hij stopte met concerttournees. Volgend na de toch wat verstilde en bestudeerde werken van Cage en Stockhausen was het vooral te veel. De Chaconne, en Pavane in mindere mate, zijn bijzonder ingewikkelde composities die veel eisen van een pianist, maar een kernachtige boodschap verliezen in een storm van noten. Het is een cliché dat toch wel aan Hamelin kleeft; als pianist is geen werk te moeilijk voor hem, maar buiten zijn technisch vernuft zou er volgens critici niets meer dan dat zijn. Met zijn vertolking van Stockhausen, Cage en talloze fantastische opnames bewees Hamelin het tegendeel, maar wie enkel zijn interpretatie van Schubert na de pauze hoorde zou zich makkelijk kunnen vergissen.
Krystian Zimerman speelde eerder in Rotterdam een weergaloze versie van Franz Schuberts Sonate in Bes met ongekend gevoel en begrip, bij Hamelin ontbrak het in dezelfde compositie helaas aan overredingskracht. Schuberts melodielijnen stegen nagenoeg foutloos uit de vleugel op, maar misten de zangerige kwaliteit die een Schubertsonate zo bijzonder kan maken. Op de momenten waarop Schubert om forte vroeg leek het wel alsof Busoni of een jonge Liszt hun licht hadden laten schijnen over de passages. Een avond in onbalans. Voor een pianist die alles kan spelen doet Marc-André Hamelin er toch beter aan om werken te kiezen uit de Hoogromantiek of de rijke, moderne pianoliteratuur.

Concert: DoelenKwartet – Van chakra’s en zwarte engelen
Datum:6 december 2015
Uitvoerende(n):DoelenKwartet
Locatie:de Doelen, Rotterdam
Waardering:

george-crumbHet DoelenKwartet waagde zich aan twee strijkkwartetten vol muzikale ideeën en ongewone speeltechnieken. The Seven Chakras van de Vlaamse componist Wim Henderickx nam de volledige eerste helft van het programma in beslag. Zijn derde strijkkwartet werd uitgevoerd met elektronica en lichteffecten, zoals dat elf jaar geleden bij de première in deSingel in Antwerpen ook het geval was. Qua karakter had het werk veel weg van het beroemdere werk van George Crumb dat later die avond nog zou klinken, maar ook de geest van een componist als Alfred Schnittke waarde rond. The Seven Chakras is een lang werk en leek soms een soort etalage van alle extended techniques die in de loop van de afgelopen twee eeuwen voor strijkinstrumenten zijn uitgevonden. In de partijen voor cello en de live gegenereerde electronica waren de mooiste geluiden te vinden, maar bleven helaas vaak op de achtergrond ten opzichte van de violen. De lichteffecten bleken een uitermate bescheiden toevoeging. Anders dan bij Crumb, ook niet vies van het nodige theater en onconventioneel spel, werd Henderickx’ creatie maar geen sluitend geheel.

Spanning was er alom in de uitvoering van Black Angels van George Crumb. Het DoelenKwartet leidde dit werk in met het beroemde deel uit het het veertiende strijkkwartet van Franz Schubert, bijgenaamd Der Tod und das Mädchen. Het is namelijk een van de prominentere muzikale citaten die Crumb in zijn eigen kwartet heeft verwerkt. Deze, toch wat overbodige, toevoeging kwam helaas niet helemaal goed uit de verf, het leek soms alsof violist Frank de Groot bij een aantal passages de rest van het kwartet moest inhalen. Met een symfonie van piepende insecten als opening, theatrale gongslagen en een batterij aan onconventionele speltechnieken werd Black Angels een intense luisterervaring. Daar deden de gebroken snaar van altvioliste Karin Dolman in Devil-music en de daaropvolgende onverwachte pauze niets aan af.

Concert: Krystian Zimerman – Schubert
Datum:3 november 2015
Uitvoerende(n):Krystian Zimerman, piano
Locatie:de Doelen, Rotterdam
Waardering:

Foto: Kasskara en DGG

Foto: Kasskara en DGG

Gezien alle berichten over de nukken van de meesterpianist de afgelopen jaren leek het concert van Krystian Zimerman in de Doelen bij voorbaat al een precaire aangelegenheid. De recensie over het Amsterdamse concert van 1 november in NRC Handelsblad voorspelde in die zin ook al weinig goeds. Het Rotterdamse publiek in de Grote Zaal van de Doelen gedroeg zich echter voorbeeldig en deed hard zijn best het gekuch, dat Zimerman in Amsterdam zo irriteerde, tot een minimum te beperken. Die inspanning wierp zijn vruchten af, van ergernis was geen spoor te bekennen en de Poolse pianist nam met enig enthousiasme zijn daverende applaus in ontvangst.

Als je Zimerman hoort spelen is meteen ook duidelijk waarom hij zo graag die plechtige rust in de zaal afdwingt. De lichte passages in zijn lezing van de late sonates van Franz Schubert (D.959 en D.960) waren bijvoorbeeld zo breekbaar en subtiel, dat ieder omgevingsgeluid boven fluisterniveau bijna misdadig zou zijn geweest. Bij flink wat pianisten klinken de hoge registers nog wel eens wat kil en glazig. Het geluid van Zimerman liet zich over de gehele breedte van het klavier kenmerken door een prachtig omfloerste toon. Wellicht is het een gevolg van de technische aanpassingen die de pianist aan zijn Steinway heeft uitgevoerd, maar voornamelijk dankzij zijn totale beheersing van het instrument.
Een eigenzinnige vertolking van het Andantino, met een droge, bijna staccato baslijn, uit de Sonate in A, vormde samen met een wervelend Rondo het hoogtepunt van voor de pauze. Zimerman is niet van het grote gebaar, maar doseerde in beide sonates spaarzaam een aantal duizelingwekkende, dramatische pauzes. Een effectief stijlmiddel dat hij toepaste in het eerder genoemde Rondo en het weergaloze Allegro ma non troppo uit de Sonate in Bes, waarmee hij het concert besloot.

Concert: Stephen Hough – Schubert, Franck, Debussy & Liszt
Datum:7 oktober 2015
Uitvoerende(n):Stephen Hough
Locatie:deSingel, Antwerpen
Waardering:

Foto: Sim Canetty-Clarke

Foto: Sim Canetty-Clarke

Met uitstekende pianisten als Paul Lewis, Imogen Cooper en Steven Osborne is Groot-Brittannië goed vertegenwoordigd in de huidige generatie toppianisten. De Brits-Australische Stephen Hough hoort daar zeker ook bij. Naast pianist is Hough ook componist, schrijver en docent aan verscheidene conservatoria. In Antwerpen bewees hij zijn reputatie als formidabel pianist met een even interessant als technisch veeleisend recital.

Na een wat zoekend Allegro giusto won Houghs spel alleen maar aan kracht naarmate Schuberts Pianosonate in a, D.784 vorderde. Vanaf het sluitstuk, Allegro vivace, parelden de hoogtepunten uit de piano. De uiterst beheerste Hough schuwde bij vlagen het dramatische gebaar niet, maar uiteindelijk stond alles in dienst van de muziek. Gedurende de avond betoonde de Brit zich een meester in het interpreteren van zeer doorwrochte muziek. César Francks Prélude, Choral et Fugue was daar een perfect toonbeeld van. Net als de sonate van Schubert is het muziek waar passages dodelijk saai kunnen zijn als ze gespeeld worden door mindere pianisten. Bij Stephen Hough leek bijna iedere frase vervuld van betekenis en werd Francks cyclische meesterstuk een prachtig kloppend geheel.

De Estampes van Claude Debussy kleurde Hough prachtig in, nergens vermengden de klankwolken zich tot een poel van bassen of geram in de bovenste registers. Het klaterende Jardins sous la pluie vormde een mooie inleiding tot twee luchtige walsen van Franz Liszt. Dat Hough zeker ook opgewassen was tegen de composities uit de pen van Liszt de Klavierleeuw, bleek wel uit zijn fenomenale vertolking van de twee afsluitende Transcendentale Études – nummer 10, het spektakelstuk, en de broeierige 11. Er is een goede reden waarom maar weinig pianisten het aandurven om het volledige boek met de études van Liszt op een concertprogramma te zetten; alleen de fysieke inspanning is al enorm. Stephen Hough zou misschien in staat zijn om een dergelijke opgave te volbrengen, zelfs in de moeilijkste passages van de stormachtige Étude No. 10 bleef zijn lezing helder en bijzonder spannend. Zijn grote klasse werd gelukkig beloond met een daverend applaus.

Concert: David Lang – death speaks
Datum:29 mei 2015
Uitvoerende(n):Shara Worden, zang; Frank de Groot, viool & zang; Florian Magnus Maier, gitaar; Maarten van Veen, piano; André Morsch, bariton; Hans Eijsackers, piano; Hans Woudenberg, cello
Locatie:de Doelen, Rotterdam
Waardering:

Shara WordenDe Dood is alomtegenwoordig in het werk van Franz Schubert. In de liederen van de Weense meester is het Heengaan afwisselend troostrijk en beangstigend. In Der Tod und das Mädchen zingt het meisje: “Geh, wilder Knochenmann! Ich bin noch jung! Geh, lieber.” (“Gaat heen, wilde knekelman! Ik ben nog jong! Ga liever.”), terwijl de Dood haar in de andere helft van het lied tracht te verleiden: “Sollst sanft in meinen Armen schlafen!” (“Je zult vredig in mijn armen slapen”).
Componist David Lang raakte zelf gefascineerd door de Dood als personage na het schrijven van the little match girl passion, dat bitterzoet eindigt met de verlossende dood van het meisje met de zwavelstokjes. death speaks is dan ook een portret van de Dood, op basis van fragmenten uit liedteksten getoonzet door Franz Schubert, een geestverwant in dezen. Het restultaat is een zeer kale, hoogst emotionele cyclus van vijf moderne liederen, geschreven voor zangeres Shara Worden – bekend van de Indie band My Brightest Diamond.

De Europese première tijdens de Operadagen 2015 in Rotterdam betrof een geënsceneerde versie van de compositie, onder artistieke leiding van Neil Wallace en David Lang zelf. In tegenstelling tot de wat overdadige productie van the little match girl passion door Silbersee eerder dit seizoen, was deze spaarzame en ingetogen voorstelling een schot in de roos. Met een paar simpele ingrepen transformeerden de toegangsdeuren van de Juriaanse Zaal bijvoorbeeld tot een hemelpoort. De vermelding van choreografie, film en figuranten op het programma deden aanvankelijk wat alarmbellen rinkelen, maar vormden uiteindelijk een mooie ondersteuning van de voorstelling. De geprojecteerde teksten leidden soms wel wat af van Wordens zang.

Het is moeilijk te zeggen of death speaks veel van zijn zeggingskracht verliest wanneer het werk door een andere stem dan die van Shara Worden vertolkt zou worden, maar de compositie lijkt haar op het lijf te zijn geschreven. Gelukkig was de charismatische sopraan op het podium aanwezig, bijgestaan door leden van het Doelen Ensemble. De delen you will return, mist is rising en pain changes vormden de absolute hoogtepunten van de avond. I hear you was instrumentaal gezien misschien soms wat rommelig.
De aanvullende, stemmige bijdragen van bariton André Morsch en pianist Maarten van Veen mogen ook niet ongenoemd blijven. Dankzij hen was Schubert nooit ver weg.

Morgen nog Mahler in de Grote Zaal van de Doelen ter afsluiting van dit concertseizoen, maar ik vrees dat de oude Gustav deze prachtige avond niet gaat overtreffen.

Waar is de liefde voor Gustav Mahler in Wenen? Van menig componist is een standbeeld te zien, of is er een voormalig woonhuis te bezoeken. Mahler moet het doen met een summiere tentoonstelling in het Haus der Musik, voor een echt museum moet je uitwijken naar Tsjechië of Karinthië. Een standbeeld is in geen velden of wegen te bekennen.

Van de grote componisten uit Wenen komen Ludwig van Beethoven en Franz Schubert er het beste vanaf qua tentoonstellingsruimtes. In het geval van Schubert zijn er twee huizen te bezoeken, zijn geboortehuis aan de Nussdorfer Strasse en het appartement waar hij stierf aan de Kettenbrückengasse (alleen open op woensdag). Beethoven bewoonde zo’n zestig lokaties verspreid over de stad, waarvan er drie geopend zijn voor publiek.

Beethoven Wohnung Heiligenstadt

Probusgasse 6
Beethoven Haus HeiligenstadtHeiligenstadt is een nogal slaperig stedelijk aangroeisel van Wenen. In de tijd van Beethoven moet het echter een prachtig, landelijke gelegen dorp zijn geweest met uitzicht op velden en bossen. Het huis waar Beethoven zijn Heiligenstadt Testament geschreven zou hebben, ligt aan een smalle, rustige straat. Binnengekomen blijkt de tentoonstelling te bestaan uit twee kamers, gevuld met portretten van mensen en weinig informatieve bijschriften, vergelijkbaar met het Pasqualatihaus. Het is ook nog eens zeer onzeker of Beethoven wel op dat bewuste adres zou hebben gewoond…

Schubert Geburtshaus

Nussdorfer Strasse 54
Schubert GeburtshausHet lijkt er op dat het appartementengebouw Zum rothen Krebsen, waar Schubert geboren werd, niet zo heel druk bezocht wordt door toeristen. De permanente tentoonstelling bevat een aantal charmante objecten, zoals de bril van Schubert en de piano van zijn broer Ignaz. Verder helaas weer hetzelfde gebrek aan context dat ook in de beide huizen van Beethoven opviel. Een gravure van Anselm Hüttenbrenner inlijsten met daarbij enkel het bijschrift dat het een afbeelding van Anselm Hüttenbrenner betreft, maakt nog geen tentoonstelling. Van de bezochte componistenhuizen is de tentoonstelling in het Haydnhaus toch veruit het beste.

Wiener Secessionsgebäude

Friedrichstrasse 12
Wiener SecessionsgebäudeHet Secessiongebouw van architect Joseph Maria Olbrich is nog steeds een bijzonder gezicht. In de kelder van deze Jugendstiltempel huist het imposante Beethovenfries van Gustav Klimt. Alleen daarom is het gebouw een bezoek meer dan waard. De beide andere tijdelijke tentoonstellingen van hedendaagse kunstenaars Josef Strau en Kristin Oppenheim stellen echter teleur. De titel van de instllatie van Strau geeft al een kleine indicatie van de artistieke pretenties: A Turtle Dreaming (…Echoes from an Encapsulated Space Exiled Sounds of Letters Requiring Symphonic Treatment). Gelukkig ondervangt de kunstenaar enige vorm van kritiek al op een van de vele merkwaardig getypografeerde lappen tekst die aan de muur hangen: de installatie gaat alleen maar over hem en de bezoeker doet er niet toe. Er waren verder geen andere bezoekers voor Josef, dus dat doel was al bereikt.

Belvedere

Prinz Eugen-Strasse 27
Untere BelvedereWenen heeft overduidelijk een aantal schofterig rijke inwoners gehad, dat is direct af te lezen aan de weelderige, monumentale architectuur. Het Belvedere spant echter de kroon. Het complex bestaat uit twee majestueuze Barokpaleizen waar een imposante collectie kunstschatten tentoon wordt gesteld. In het Untere Belvedere is een tijdelijke tentoonstelling over het Congres van Wenen (1814-1815). Veel dappere edelmannen te paard, propagandistische beeltenissen van Napoleon en bustes van diverse koningen en andere gezaghebbers.
De permanente collectie in het Obere Belvedere is het pronkjuweel waar de meeste bezoekers voor komen en dan met name de eerste verdieping, waar de beroemde werken van Gustav Klimt (De Kus en Judith) hangen. Naast de Klimt zijn er echter ook de prachtig schonkige lijven van Egon Schiele en het expressionisme van Oskar Kokoschka te vinden. Omdat het Belvedere zo gigantisch is (er is ook nog een Winterpaleis dat bezocht kan worden) treedt er na verloop van tijd wel een soort kunstmoeheid op. Na twee uur is het lastig om nog aandachtig alle penseelstreken van de mooischilderij uit de Biedermeier-periode te bekijken.

Stadtpark

Een bezoek aan Wenen is niet compleet zonder een korte rondgang door het Stadtpark. In het park staan een aantal beelden van beroemde inwoners van Wenen, waaronder de componisten Schubert, Bruckner en Lehár. Walskoning Johann Strauss II is ook present, met een uiterst smaakvol en bescheiden standbeeld…

In de buurt van het Stadtpark ligt een ietwat eenzaam plein met daarop een groot monument van Beethoven. Het gouden beeld van collega Johann leek echter een beduidend populairdere trekpleister.

Haus der Musik

Seilerstätte 30
De ontdekkingsreis door de muziek die het museum belooft, kent een wat vreemd verloop. Op de eerste verdieping is er de historie van het Weense muziekleven, met het Wiener Philharmoniker als zwaartepunt. Een vrij traditionele tentoonstelling, met vitrines en bijschriften, waarvan helaas niet alle tekst in het Engels beschikbaar is.
Met de zogenaamde Sonosphere op de volgende verdieping wil men illustreren hoe geluid werkt. De meeste installaties blijven toch vooral een gimmick, zoals de entree via een soort baarmoeder met mechanisch geritsel, een kamer met kakafonisch stemgeluid en pijnlijk slechte danceremixes van Beethoven en Mozart. Misschien leuk voor kinderen, maar niet heel diepgravend of zelfs leerzaam.
De viering van de grote componisten die volgt laat ook nogal wat te wensen over. Haydn en Schubert komen er nog het beste vanaf, maar de summiere informatievoorziening en weinig tot de verbeelding sprekende tentoonstellingsobjecten maken het vooral een wat suffe aangelegenheid. Wellicht dat de optionele audiotour de rondgang van meer context voorziet. Dieptepunt vormt een ingelijste verklaring van een “gekwalificeerde Feng Shui consulente” die de inrichting van Beethovens huishouden analyseert aan de hand van de I Ching.
De Virto|Stage op de laatste verdieping is een soort virtueel podium waar de bezoeker in theorie zelf een muzikale productie kan regisseren. Het maakte nog eens duidelijk dat een fikse investering in multimedia niet altijd een betere tentoonstelling oplevert.

Haydnhaus

Haydngasse 19
HaydnhausIn Gumpendorf, een voormalig dorp buiten Wenen, ligt het laatste huis dat Franz Joseph Haydn ooit bewoonde. Oorspronkelijk wilde Maria Anna Haydn dat haar echtgenoot het huis zou aankopen als woning voor haar toekomstige weduwschap. Haydn bouwde een volledige verdieping op het huis, overleefde zijn vrouw uiteindelijk met bijna tien jaar en woonde zelf tot aan zijn dood aan de Kleine Steingasse (wat nu de Haydngasse is).
De permanente tentoonstelling die nu in het charmante dorpshuis te zien is, richt zich voornamelijk op de dagelijkse routine van de componist en op de vele gasten die hem in zijn nadagen bezochten. In de achterkamer is overigens een permanente gast neergestreken, een groot liefhebber en postume collega van Haydn: Johannes Brahms. Er is ook aandacht voor de ontwikkeling van de stad Wenen en de tijd waarin Haydn leefde. Net als in het Haus der Musik veel kleine voorwerpen en ingelijste manuscriptvellen, maar in dit geval altijd in duidelijk en gemotiveerd verband met Haydn getoond. In de tuin van het huis is nog altijd goed te begrijpen waarom het voor Haydn zo prettig wonen moet zijn geweest, zelfs nu is het nog een erg rustige plek.

Concert: Mark Padmore & Paul Lewis – Beethoven, Schubert
Datum:16 april 2015
Uitvoerende(n):Mark Padmore, tenor; Paul Lewis, piano
Locatie:de Doelen, Rotterdam
Waardering:

Foto: Marco Borggreve

Foto: Marco Borggreve

Liederen van Schubert klinken op zijn best als ze gezongen worden door een bariton. Die mening was ik in ieder geval lange tijd toegedaan. Het is met name de immense en welverdiende reputatie van bariton Dietrich Fischer-Dieskau die andere zangers makkelijk en vaak onterecht weet te overschaduwen. Franz Schubert schreef zowel Winterreise als Die Schöne Müllerin oorspronkelijk voor tenor, hetgeen de vermeende superioriteit van de bariton in combinatie met Schuberts liederen op zijn minst twijfelachtig maakt. Tenor Mark Padmore zaaide gisteren nog meer twijfel door samen met pianist Paul Lewis een magistrale uitvoering van Schwanengesang ten beste te geven.

De avond begon met liederen van Schuberts idool; Ludwig van Beethoven. Padmores vertolking van Abendlied unterm gestirnten Himmel maakte meteen duidelijk dat het een bijzonder concert ging worden. Zijn manier van zingen, vrij van gemaniëreerdheid, paste perfect bij het pianospel van Paul Lewis, dat uitblonk in heldere klank en een duidelijk gevoel voor de muzikale lijn. Bij Mark Padmore geen overdreven, woordeloze zuchten of gepijnigde grimassen; het is de muziek die moet spreken.
In Beethovens idiosyncratische An die ferne Geliebte gaf Padmore een genuanceerde invulling aan het verlangen naar een onbereikbare geliefde, een perfecte opmaat naar Schwanengesang.

Schuberts laatste Liedercyclus mag dan misschien voornamelijk het product zijn van een gewiekste uitgever die na de dood van Franz Schubert de dertien liederen als bundel op de markt bracht, maar de kwaliteit van de muziek maakt de afwezigheid van een verbindende thematiek of verhaallijn meer dan goed. De interpretatie van Schwanengesang door Padmore en Lewis leverde een intense ervaring op. In der Ferne, een werk dat toch een wat eigenaardig gedicht ten grondslag heeft, werd door de muzikale behandeling van Schubert en Padmores interpretatie zoveel meer dan een vingeroefening in herhalingsrijm.
Met name de twee werken in de cyclus die werkelijk overlopen van de weemoed en zielenpijn (Der Atlas en Der Doppelgänger) vormden een hoogtepunt, zeker in combinatie met de zachtmoedigere liederen die daar direct op volgden. In Der Atlas liet Lewis de piano bulderen en werd ook duidelijk dat het bereik van Padmores stem perfect aansluit bij het gewicht dat Schubert in zijn Lied van de zanger vraagt. De treffende vertolking van Atlas’ bijna agressieve Weltschmerz maakte de ingetogen weemoed van Ihr Bild nog emotioneler en krachtiger. Der Doppelgänger werd door Padmore subtiel opgebouwd om uiteindelijk tot een onontkoombare ontlading te komen, waarin de zanger getergd uithaalt naar zijn kwelgeest. De lichtvoetige toon van Die Taubenpost, met zijn aanstekelijke lyriek, vormde een mooie laatste mogelijkheid voor Lewis om zijn prachtige spel te etaleren. Het lange slotapplaus was meer dan terecht.

Een registratie van het concert wordt in juni uitgezonden als onderdeel van het Avondconcert op Radio 4.