Concert: DoelenEnsemble – Het Volk en de Wilden
Datum:11 februari 2016
Uitvoerende(n):Lars Wouters van den Oudenweijer, klarinet; Frank de Groot, viool; Maarten van Veen, piano
Locatie:de Doelen, Rotterdam
Waardering:

henry-cowellVier werken uit een tijd waarin het muzikale landschap hevig aan het veranderen was. Toen Béla Bartók de opdracht kreeg om het werk te componeren dat uiteindelijk Contrasten zou gaan heten, was een van de randvoorwaarden dat de compositie niet te lang mocht duren, zodat een opname van het stuk op een 78-toerenplaat zou passen. De restrictie, ingegeven door technische overwegingen, zou een vijftigtal jaar eerder ondenkbaar zijn geweest. Bartók legde de eis gevoeglijk naast zich neer en kwam op de proppen met een compositie voor klarinet, viool en piano van twee keer de gevraagde lengte. Uiteindelijk perste men de compositie dan maar op twee grammofoonplaten. Contrasten uit 1938 was het “jongste” werk op het programma, maar qua muzikaal idioom klonk het minder wild dan de tien tot twintig jaar oudere geluiden van de twee Amerikaanse radicalen die ook nog op de rol stonden. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat Contrasten geen spannende muziek is. Percussieve pianopartijen, melodieën uit de volksmuziek, klassieke Bartók dus, maar ditmaal aangevuld met de muzikale indrukken die de componist in de Verenigde Staten opdeed. Pianist Maarten van Veen, violist Frank de Groot en klarinettist Lars Wouters van den Oudenweijer wisten wel raad met Bartóks jazz. Uitermate lenig spel van Wouters van den Oudenweijer en een glansrol voor De Groot met de duizelingwekkende vioolsolo in Sebes.

Het is moeilijk voor te stellen dat Dynamic Motion (1916) uit hetzelfde tijdvak in de muziekgeschiedenis komt als Stravinsky’s Le Sacre du Printemps of Debussy’s Jeux, geschreven in 1913. Het werk leunt hevig op toonclusters en Henry Cowell vraagt de pianist daarom om ook te spelen met armen en vuisten. Mede door het licht ironische, bijna verontschuldigende commentaar van Maarten van Veen en de Four encores to Dynamic Motion ontstond – waarschijnlijk onbedoeld – de notie dat Cowells composities voornamelijk geschreven zijn om te shockeren. Alsof Cowells werk louter bestaat vanwege een zucht naar schandaal en de bevestiging van zijn reputatie als ’the loudest pianist in the world’. Een dergelijk beeld staat haaks op de gecontroleerde, maar onconventionele techniek die de componist van de pianist vraagt en de indrukwekkende klankwolken die uit de piano opstegen.

Voor de Étude pour Pianola (1917) van Igor Stravinsky en George Antheils Ballet Mécanique (1924) was niet eens een pianist nodig. De tot pianola omgebouwde Bosendörfer deed al het werk en Maarten van Veen kon gewoon plaatsnemen tussen het publiek. Zowel de Étude als het Ballet Mécanique werden gekenmerkt door een bijzonder afgemeten spel, een pianist werd dus wel degelijk zeer gemist. Eens te meer werd duidelijk dat de piano toch zeker een slaginstrument is, maar dat een musicus van vlees en bloed toch ook onmisbaar is voor een bevredigend concert.
Interessanter was de uitwerking op het publiek die de aanwezigheid van een speelautomaat op het podium had. De zaal werd aanmerkelijk baldadiger naarmate Ballet Mécanique vorderde. De verraderlijke stiltes en afwezigheid van enige lichaamstaal van een pianist zorgden er bijvoorbeeld voor dat er meermalen te vroeg geapplaudisseerd werd. De afwezigheid van een levende uitvoerder, met gevoelens die gekrenkt zouden kunnen worden, noopte iemand zelfs tot boegeroep. Een staande ovatie bleef ditmaal ook uit, gek genoeg.

Concert: DoelenKwartet – Van chakra’s en zwarte engelen
Datum:6 december 2015
Uitvoerende(n):DoelenKwartet
Locatie:de Doelen, Rotterdam
Waardering:

george-crumbHet DoelenKwartet waagde zich aan twee strijkkwartetten vol muzikale ideeën en ongewone speeltechnieken. The Seven Chakras van de Vlaamse componist Wim Henderickx nam de volledige eerste helft van het programma in beslag. Zijn derde strijkkwartet werd uitgevoerd met elektronica en lichteffecten, zoals dat elf jaar geleden bij de première in deSingel in Antwerpen ook het geval was. Qua karakter had het werk veel weg van het beroemdere werk van George Crumb dat later die avond nog zou klinken, maar ook de geest van een componist als Alfred Schnittke waarde rond. The Seven Chakras is een lang werk en leek soms een soort etalage van alle extended techniques die in de loop van de afgelopen twee eeuwen voor strijkinstrumenten zijn uitgevonden. In de partijen voor cello en de live gegenereerde electronica waren de mooiste geluiden te vinden, maar bleven helaas vaak op de achtergrond ten opzichte van de violen. De lichteffecten bleken een uitermate bescheiden toevoeging. Anders dan bij Crumb, ook niet vies van het nodige theater en onconventioneel spel, werd Henderickx’ creatie maar geen sluitend geheel.

Spanning was er alom in de uitvoering van Black Angels van George Crumb. Het DoelenKwartet leidde dit werk in met het beroemde deel uit het het veertiende strijkkwartet van Franz Schubert, bijgenaamd Der Tod und das Mädchen. Het is namelijk een van de prominentere muzikale citaten die Crumb in zijn eigen kwartet heeft verwerkt. Deze, toch wat overbodige, toevoeging kwam helaas niet helemaal goed uit de verf, het leek soms alsof violist Frank de Groot bij een aantal passages de rest van het kwartet moest inhalen. Met een symfonie van piepende insecten als opening, theatrale gongslagen en een batterij aan onconventionele speltechnieken werd Black Angels een intense luisterervaring. Daar deden de gebroken snaar van altvioliste Karin Dolman in Devil-music en de daaropvolgende onverwachte pauze niets aan af.

Concert: David Lang – death speaks
Datum:29 mei 2015
Uitvoerende(n):Shara Worden, zang; Frank de Groot, viool & zang; Florian Magnus Maier, gitaar; Maarten van Veen, piano; André Morsch, bariton; Hans Eijsackers, piano; Hans Woudenberg, cello
Locatie:de Doelen, Rotterdam
Waardering:

Shara WordenDe Dood is alomtegenwoordig in het werk van Franz Schubert. In de liederen van de Weense meester is het Heengaan afwisselend troostrijk en beangstigend. In Der Tod und das Mädchen zingt het meisje: “Geh, wilder Knochenmann! Ich bin noch jung! Geh, lieber.” (“Gaat heen, wilde knekelman! Ik ben nog jong! Ga liever.”), terwijl de Dood haar in de andere helft van het lied tracht te verleiden: “Sollst sanft in meinen Armen schlafen!” (“Je zult vredig in mijn armen slapen”).
Componist David Lang raakte zelf gefascineerd door de Dood als personage na het schrijven van the little match girl passion, dat bitterzoet eindigt met de verlossende dood van het meisje met de zwavelstokjes. death speaks is dan ook een portret van de Dood, op basis van fragmenten uit liedteksten getoonzet door Franz Schubert, een geestverwant in dezen. Het restultaat is een zeer kale, hoogst emotionele cyclus van vijf moderne liederen, geschreven voor zangeres Shara Worden – bekend van de Indie band My Brightest Diamond.

De Europese première tijdens de Operadagen 2015 in Rotterdam betrof een geënsceneerde versie van de compositie, onder artistieke leiding van Neil Wallace en David Lang zelf. In tegenstelling tot de wat overdadige productie van the little match girl passion door Silbersee eerder dit seizoen, was deze spaarzame en ingetogen voorstelling een schot in de roos. Met een paar simpele ingrepen transformeerden de toegangsdeuren van de Juriaanse Zaal bijvoorbeeld tot een hemelpoort. De vermelding van choreografie, film en figuranten op het programma deden aanvankelijk wat alarmbellen rinkelen, maar vormden uiteindelijk een mooie ondersteuning van de voorstelling. De geprojecteerde teksten leidden soms wel wat af van Wordens zang.

Het is moeilijk te zeggen of death speaks veel van zijn zeggingskracht verliest wanneer het werk door een andere stem dan die van Shara Worden vertolkt zou worden, maar de compositie lijkt haar op het lijf te zijn geschreven. Gelukkig was de charismatische sopraan op het podium aanwezig, bijgestaan door leden van het Doelen Ensemble. De delen you will return, mist is rising en pain changes vormden de absolute hoogtepunten van de avond. I hear you was instrumentaal gezien misschien soms wat rommelig.
De aanvullende, stemmige bijdragen van bariton André Morsch en pianist Maarten van Veen mogen ook niet ongenoemd blijven. Dankzij hen was Schubert nooit ver weg.

Morgen nog Mahler in de Grote Zaal van de Doelen ter afsluiting van dit concertseizoen, maar ik vrees dat de oude Gustav deze prachtige avond niet gaat overtreffen.