Twee elementen in de programmering van het seizoen 2016/2017 van de Doelen zijn een niet al te grote verrassing: veel aandacht voor de Barok en een concertserie van de pianobroers Jussen. Muziek uit de Barok is al enige jaren een steeds geliefder genre, wellicht een positief bijeffect van de dweperige Matthäus-Passion-verering die Nederland al geruime tijd teistert. Arthur en Lucas Jussen zijn samen met harpist Remy van Kesteren (ook enkele malen terug te vinden in de Doelenprogrammering) definitief ontdekt door een breder publiek. De gebroeders Jussen kiezen voor interessant werk van Ravel en tijdgenoten in hun concerten voor de Doelen.

Weliswaar is het Romantische Lied ditmaal wat ondervertegenwoordigd, maar daar staan grote koorwerken als Beethovens Missa Solemnis en de Harmoniemesse van Franz Joseph Haydn door het Orkest van de Achttiende Eeuw weer tegenover.
Liszts Via crucis is in de bewerking voor piano al een intens stuk, dus de uitvoering van de originele compositie door het Nederlands Kamerkoor en het Asko|Schönberg ensemble in de Laurenskerk kan niet anders dan indrukwekkend worden. Dirigent Reinbert de Leeuw heeft in de afgelopen jaren meermalen gesproken over zijn fascinatie voor het relatief onbekende koorwerk van Liszt; een extra reden om naar Via crucis te gaan dus.

Een ander vocaal werk voor groot ensemble is het emotionele, gelaagde eerbetoon aan ruraal Massachusetts, Unremembered van Sarah Kirkland Snider. Afgelopen seizoen zong Shara Worden al het prachtige death speaks, van Sniders leermeester David Lang, en ook voor Unremembered is zij weer van de partij, bijgestaan door Padma Newsome van Clogs en singer/songwriter DM Stith. Dat moet wel een bijzondere première gaan worden. De invloeden van de Amerikaanse moderne muziek op de Doelenprogrammering houden daar overigens niet op. Er is eveneens ruime en welkome aandacht voor Michael Gordon, David Lang en Bryce Dessner. Become Ocean en death speaks gaan zelfs in reprise, ditmaal wel zonder dans of enscenering. Helaas ontbreekt Anthracite Fields, het oratorium van Julia Wolfe (Bang On A Can-collega van Gordon en Lang) dat recent een Pulitzer Prize won.

Orkestraal geweld is er natuurlijk ook, incluis de immer oververtegenwoordigde Wolfgang. Wat dat betreft biedt het Tokyo Symphony Orchestra een mooie, gebalanceerde avond met werk van Takemitsu, Debussy en Brahms. Bijzondere afsluiter van het seizoen is er in de vorm van John Luther Adams’ Inuksuit voor een gigantisch slagwerkensemble in het Rotterdamse Arboretum Trompenburg.

Concert: Bang on a Can All-Stars & Lee Ranaldo
Datum:9 november 2013
Uitvoerende(n):Bang on a Can All-Stars & Lee Ranaldo
Locatie:deSingel, Antwerpen
Waardering:

Foto: Stephanie Berger

Foto: Stephanie Berger

Niet alleen de elektrische gitaar stond centraal deze avond, maar ook de kruisbestuiving tussen klassieke muziek en rock.

Gitarist Mark Stewart beet in zijn eentje het spits af met Electric Counterpoint van Steve Reich. De gitarist staat in dit stuk, net zoals in alle andere stukken van de componist met de naam “counterpoint”, moederziel alleen op het podium en wordt ook nog eens geacht een samenspel te creëren met veertien vooraf opgenomen gitaarpartijen. Het resultaat is het prachtige, hallucinante geluidsweefsel dat zo kenmerkend is voor de muziek van Reich. Zoals bij al het werk van de componist is wel weer de vraag of de individuele expressie van de musicus er toe doet tijdens de uitvoering en of dit in het geval van Reich ook daadwerkelijk van belang is. De “counterpoint”-stukken lijken echter wel de meeste vrijheid voor de uitvoerende te bieden. Mark Stewart bracht in ieder geval de nodige “swing” in zijn optreden en zijn gitaarspel had wat scherpere randjes dan de overwegend ronde toon van Pat Metheny, zoals te horen op de opname voor Nonesuch uit 1989.

O Shut Your Eyes Against the Wind van Bryce Dessner hoorden we al tijdens een eerder concert gewijd aan Amerikaanse componisten, ditmaal in Rotterdam. Dessners stuk voor de volledige bezetting van Bang on a Can All-Stars is nog steeds een opwindende aangelegenheid, maar de akoestiek van de Blauwe Zaal in deSingel gooide roet in het eten. De uitvoering door eighth blackbird in De Doelen in Rotterdam werd gekenmerkt door een mooie balans tussen alle muzikale lijnen, in Antwerpen versmolten alle instrumenten bij vlagen echter tot een geluidssoep. De onbalans was overigens ook merkbaar in Electric Counterpoint waarbij de tape met veertien gitaren soms wat al te zeer naar de achtergrond werd gedrukt door de solist.

In Stroking Piece #1 van Thurston Moore, een van de leden van Sonic Youth, waren de rockinvloeden alomtegenwoordig, beginnend met de onverbiddelijke percussie en eindigend in een bevredigend crescendo van instrumentaal lawaai. Een heel programma vol met dit soort stukken zou vooral op de zenuwen werken, maar in dit geval was Moore’s werk een waardige afsluiter van het eerste deel van de avond.

De verrassing van het concert kwam na de pauze in de vorm van Snakes en Ladders, gecomponeerd door Fred Frith, oprichter van de band Henry Cow, maar nu voornamelijk componist voor ensembles en solisten en hoogleraar muziek aan Mills College in Californië. Het stuk van Frith is moeilijk te beschrijven, maar overduidelijk is de invloed van de jazz en Frith’s gave om prachtige harmonieën en dissonanten uit verschillende instrumentenparen te destilleren. De klarinettist, Ken Thomson, had in ieder geval een goed moment om zijn kunde als muzikant tentoon te spreiden in de venijnige en spannende klarinetpartijen.

Van de drie miniaturen van David Longstreth, die deel uitmaakt van de band Dirty Projectors, slaagden de laatste twee het beste. Als de titels van Longstreth stukken enige relatie met de muziek hebben dan leek Matt Damon vooral elegie, doorspekt met korte, muzikale citaten en Breakfast at J&M een visie op de stadse hectiek in de ochtend.

Er bestond de angst dat een avondvullend programma met elektrische gitaar vooral zou gaan bestaan uit een flinke bak overstuurde gitaarherrie. Het was uiteindelijk Lee Ranaldo, eveneens onderdeel van Sonic Youth en aanwezig op het podium als gastgitarist, die in het slotstuk gehoor gaf aan die definitie met How Deep are Rivers. Zou je de vijf voorafgaande stukken nog als vriendelijk of zelfs gemoedelijk kunnen beschrijven, dan was Ranaldo bij vlagen ronduit gemeen. Even leek het er op dat Ranaldo als een soort gitaartovenaar uitentreuren zijn instrument zou gaan bekloppen met allerhande vreemde voorwerpen terwijl Bang on a Can All-Stars wat drones op de achtergrond moest verzorgen. Toen het stuk goed en wel op gang was bleek het Ranaldo vooral te gaan om gigantische geluidsclusters waar de leden van het ensemble met enige regelmaat korte flarden rockidioom overheen speelden. Dergelijke geluidsmassa’s zijn immer indrukwekkend, maar een te vaak beproefde muzikale methode en bijvoorbeeld al tot in het extreme doorgevoerd door een band als Sunn O))). Een tweede compositie van Fred Frith als toegift was wellicht een mooiere afsluiter geweest.

deathspeaksDavid Lang zocht voor zijn recentste liederencyclus, “Death Speaks”, in het vocale werk van Franz Schubert naar tekstpassages waarin de Dood direct het woord voert. Deze fragmenten zette hij vervolgens op muziek. In de handen van menig andere componist zouden de Romantische tekstflarden al snel sentimenteel of zelfs pompeus klinken. Door de sobere toonzetting en minimale instrumentatie weet Lang frases als “after the leaves fall, spring returns; after love is parted, it returns” of “everything awaits the way it changes” te verheffen tot een serie krachtige monologen die qua toon variëren van ijzingwekkend tot wanhopig smachtend.

Eenvoud voert de boventoon, zo zeer zelfs dat een eerder werk van Lang als “The Little Match Girl Passion” (geschreven voor gemengd koor en simpele percussie) in vergelijking extreem rijk lijkt waar het muzikale ornamentatie betreft. De vocalen in ieder deel van “Death Speaks” nodigen de vertolker dan ook uit om ieder woord te vervullen van betekenis en emotie. Zangeres Shara Worden, van de formatie “My Brightest Diamond”, slaagt erin om dit de doen op de opname die recent van “Death Speaks” is uitgebracht. Het werk is voor haar en begeleiders Nico Muhly, Owen Pallett en Bryce Dessner duidelijk op het lijf geschreven.

“You will return”, het stuk dat de cyclus opent, is meteen ook het hoogtepunt. De hemelse hoogten die Worden met haar stem bereikt als ze de woorden “I am your pale companion” zingt laten de rillingen over je rug lopen.

Concert: Double Sextet van Steve Reich
Datum:7 april 2013
Uitvoerende(n):eighth blackbird, Lunapark
Locatie:De Doelen, Rotterdam
Waardering:

eighth blackbird

Steve Reich is een van de weinige contemporaine componisten die met enige regelmaat terug te vinden is in de concertprogrammering van Nederland. Collega’s als John Adams en Philip Glass krijgen veel minder aandacht, ondanks het feit dat zij belangrijke namen in de muziekwereld zijn – iets dat in het geval van zowel Reich als Adams terecht is.

eighth blackbird werkte samen met het Nederlandse ensemble Lunapark aan een aantal composities van verschillende Amerikaanse componisten. Allen componisten die duidelijk beïnvloed zijn door het werk van Reich. Het einde van het concert bestond uit het hoogtepunt van die collaboratie, de uitvoering van Reich’s “Double Sextet”, geschreven in opdracht van eighth blackbird. Het stuk, origineel geschreven voor twee sextetten, wordt normaal gespeeld door een enkel, zeskoppig ensemble in combinatie met tape. Voor deze avond stond echter de volledige versie voor dubbel ensemble op het programma. Het resulteerde in alle opzichten in een zinderende uitvoering van zeer opwindende muziek.

Twee werken van Bryce Dessner, “O Shut Your Eyes Against the Wind” en “Murder Ballads”, gaven duidelijk blijk van Dessner’s wortels als rock muzikant, aangezien hij ook lid is van Clogs en rock band The National. Dat wil echter niet zeggen dat de kwaliteit van zijn muziek hier onder te lijden heeft, in tegendeel zelfs. Het is uitermate jammer dat Dessner’s klassieke composities nog niet opgenomen en uitgegeven zijn.

Voor “Tied Shifts” van Derek Bermel werd enig toneelspel van de uitvoerenden gevraagd, hetgeen niet al te veel toevoegde aan de verdere compositie. De opzwepende muziek was uitstekend, rijk aan referenties naar Klezmer, jazz in combinatie met virtuose solo’s  en dialogen tussen instrumenten onderling.

De stukken van Tom Johnson en de Nederlandse componist Mayke Nas dienden als komische intermezzo’s, met wisselend succes. Nas’ “digit#2” sleepte wat lang voort en vertoonde die typisch Nederlandse neiging naar baldadigheid waar ik niet zo van houd.

De ontdekking van de avond was het werk van David Lang: “these broken wings”. Lisa Kaplan, pianist van eighth blackbird sprak in de voorbespreking van het concert haar bewondering uit voor Lang. Ze merkte op dat David Lang in staat is om een enkel, goed muzikaal idee op te pakken en het uit te bouwen tot een volledige compositie. “these broken wings” toont in ieder geval de kracht van een dergelijke werkwijze.

Luister vooral ook naar Lang’s “The Little Match Girl Passion”, waar hij in 2008 de Pulitzer Prize voor won – Reich won dezelfde prijs een jaar later voor “Double Sextet”. De Passie van Lang is een staaltje huiveringwekkende muzikale schoonheid.

Dit artikel verscheen eerder in het Engels op heutediewelt.nl.