Die Geert Geerts toch, na vijf eeuwen heeft men het nog steeds over hem. Weliswaar draagt hij dan de welluidendere naam Desiderius Erasmus, maar het is toch geen gekke verdienste voor een onwettig kind, geboren in een tijd waarin men een dergelijke status nog classificeerde als een geboortedefect (defectus natalis). Rotterdam mag graag te koop lopen met haar status als geboortestad van een van de grootste humanisten uit de geschiedenis – ook al woonde Erasmus er slechts drie jaar. Het eerbetoon van Jordi Savall en wijlen Montserrat Figueras aan Erasmus van Rotterdam en zijn Lof der Zotheid kon daarom ook niet ontbreken tijdens de viering van vijftig jaar De Doelen.
De keuze voor de Laurenskerk als locatie van het concert mag toepasselijk genoemd worden, aangezien het geboortehuis van Erasmus in de buurt van de kerk gelegen moet hebben. De symboliek van de plek ten spijt, bleek de keuze voor de Laurenskerk niet helemaal gelukkig. Qua akoestiek leende het gebouw zich uiteraard prima voor de koorwerken die in het programma van Lof der Zotheid waren opgenomen, maar sommige instrumentale werken hadden te lijden onder de architectuur van de kerk. In de passages voor intiemere instrumentbezettingen vermengden de tere klanken zich regelmatig tot een wirwar van melodie en ongewenste nagalm. Ook de opstelling van het massaal toegestroomde publiek was niet ideaal; een grote tribune in het midden van de kerk en twee zijtribunes waar het zicht deels ontnomen werd door de steunpilaren van het gebouw. Hopelijk hebben de achterste rijen het concert ook ten volle meegekregen, anders is het extra zuur dat zo’n beetje alle goede plaatsen vooraf gereserveerd leken te zijn.
Savalls Lof der Zotheid is aan de lange kant, maar door de rijke schakering aan muziek van uiteenlopende componisten, velen anoniem, en de declamaties van Erasmus en tijdgenoten werd het nergens saai. Qua muziek liep de selectie uiteen van sacrale werken van redelijk bekende namen als Josquin de Prez, Gesualdo en Dufay, tot hofmuziek en drinkliederen, zoals het enthousiasmerende slotstuk Quand je bois du vin clairet. Met enige regelmaat ontstegen de gekozen werken het karakter van illustratie bij een historische gebeurtenis, zoals het prachtige Este es el pan de la aflicción, dat volgde na een voordracht over de verdrijving van de Joden uit Spanje, Portugal en Florence. De tekstuele selecties schetsten met name een mooi beeld van hoe Erasmus als denker in de wereld stond. Daarbij waren met name de passages uit brieven en Erasmus’ Adagia bij vlagen akelig actueel. Peter Blok en Reinout Bussemaker declameerden hun teksten glashelder en met zorgvuldig gedoseerde theatraliteit. Loes Luca had het duidelijk lastiger met de meanderende zinnen uit Lof der Zotheid, maar maakte enkele versprekingen meer dan goed met haar smakelijke verteltrant. De vraag is wel of de selectie van Sergi Grau en Manuel Forcano een compleet beeld geeft van Erasmus en zijn tijdgenoten. Afgezet tegen Erasmus komt Luther bijvoorbeeld bijna naar voren als een wauwelend lulletje rozenwater dat zijn schimpscheuten tracht te maskeren met verzachtende, hoffelijke aanspreektitels.
Concluderend is geschiedenisles met Jordi Savall een feestje en ook nog eens een gelegenheid waarbij hij weet te ontroeren.