Cage was een fervent amateurmycoloog en richtte begin jaren zestig de New York Mycological Society op, een genootschap dat inmiddels meer dan honderd leden telt. Zijn encyclopedische kennis over paddestoelen kwam hem echter op andere vlakken ook goed van pas. Zo leverde Cage eetbare paddestoelen aan dure restaurants in New York gedurende de periode dat hij niet kon rondkomen van zijn activiteiten als componist.
Dankzij een ietwat bizarre samenloop van omstandigheden raakte ook het Italiaanse televisiepubliek
eind jaren vijftig bekend met John Cage en zijn mycologische activiteiten. Cage was op dat moment op bezoek bij zijn collega Luciano Berio, werkzaam bij “Studio di Fonologia”, de divisie voor audio onderzoek van de Italiaanse staatstelevisie (RAI). Waarschijnlijk dankzij Berio’s contacten bij RAI, verscheen Cage daarop in vijf afleveringen van de quiz “Lascia o Raddoppia” (“Dubbel of Niets”). Zijn specialistische onderwerp: giftige en eetbare paddestoelen.
Gedurende de vijf afleveringen van de quiz verzorgde de componist tussen het beantwoorden van steeds moeilijkere vragen ook nog muzikale intermezzi, waaronder werk voor prepared piano. Het prijzengeld na vijf afleveringen bedroeg vijf miljoen lire (ongeveer 8.000 dollar) en kon door Cage gewonnen worden na het benoemen van vierentwintig families uit de orde van de Agaricales – de vliegenzwam en champignon behoren tot deze orde. Na het alfabetisch benoemen van de families en het bedanken van de paddestoelen, RAI en de bevolking van Italië ging John Cage naar huis met vijf miljoen lire. Van het prijzengeld kocht hij een piano en een Volkswagenbus voor de dansgroep van zijn partner Merce Cunningham.
En nu de vogels van Messiaen aub.