Gitarist Mark Stewart beet in zijn eentje het spits af met Electric Counterpoint van Steve Reich. De gitarist staat in dit stuk, net zoals in alle andere stukken van de componist met de naam “counterpoint”, moederziel alleen op het podium en wordt ook nog eens geacht een samenspel te creëren met veertien vooraf opgenomen gitaarpartijen. Het resultaat is het prachtige, hallucinante geluidsweefsel dat zo kenmerkend is voor de muziek van Reich. Zoals bij al het werk van de componist is wel weer de vraag of de individuele expressie van de musicus er toe doet tijdens de uitvoering en of dit in het geval van Reich ook daadwerkelijk van belang is. De “counterpoint”-stukken lijken echter wel de meeste vrijheid voor de uitvoerende te bieden. Mark Stewart bracht in ieder geval de nodige “swing” in zijn optreden en zijn gitaarspel had wat scherpere randjes dan de overwegend ronde toon van Pat Metheny, zoals te horen op de opname voor Nonesuch uit 1989.
O Shut Your Eyes Against the Wind van Bryce Dessner hoorden we al tijdens een eerder concert gewijd aan Amerikaanse componisten, ditmaal in Rotterdam. Dessners stuk voor de volledige bezetting van Bang on a Can All-Stars is nog steeds een opwindende aangelegenheid, maar de akoestiek van de Blauwe Zaal in deSingel gooide roet in het eten. De uitvoering door eighth blackbird in De Doelen in Rotterdam werd gekenmerkt door een mooie balans tussen alle muzikale lijnen, in Antwerpen versmolten alle instrumenten bij vlagen echter tot een geluidssoep. De onbalans was overigens ook merkbaar in Electric Counterpoint waarbij de tape met veertien gitaren soms wat al te zeer naar de achtergrond werd gedrukt door de solist.
In Stroking Piece #1 van Thurston Moore, een van de leden van Sonic Youth, waren de rockinvloeden alomtegenwoordig, beginnend met de onverbiddelijke percussie en eindigend in een bevredigend crescendo van instrumentaal lawaai. Een heel programma vol met dit soort stukken zou vooral op de zenuwen werken, maar in dit geval was Moore’s werk een waardige afsluiter van het eerste deel van de avond.
De verrassing van het concert kwam na de pauze in de vorm van Snakes en Ladders, gecomponeerd door Fred Frith, oprichter van de band Henry Cow, maar nu voornamelijk componist voor ensembles en solisten en hoogleraar muziek aan Mills College in Californië. Het stuk van Frith is moeilijk te beschrijven, maar overduidelijk is de invloed van de jazz en Frith’s gave om prachtige harmonieën en dissonanten uit verschillende instrumentenparen te destilleren. De klarinettist, Ken Thomson, had in ieder geval een goed moment om zijn kunde als muzikant tentoon te spreiden in de venijnige en spannende klarinetpartijen.
Van de drie miniaturen van David Longstreth, die deel uitmaakt van de band Dirty Projectors, slaagden de laatste twee het beste. Als de titels van Longstreth stukken enige relatie met de muziek hebben dan leek Matt Damon vooral elegie, doorspekt met korte, muzikale citaten en Breakfast at J&M een visie op de stadse hectiek in de ochtend.
Er bestond de angst dat een avondvullend programma met elektrische gitaar vooral zou gaan bestaan uit een flinke bak overstuurde gitaarherrie. Het was uiteindelijk Lee Ranaldo, eveneens onderdeel van Sonic Youth en aanwezig op het podium als gastgitarist, die in het slotstuk gehoor gaf aan die definitie met How Deep are Rivers. Zou je de vijf voorafgaande stukken nog als vriendelijk of zelfs gemoedelijk kunnen beschrijven, dan was Ranaldo bij vlagen ronduit gemeen. Even leek het er op dat Ranaldo als een soort gitaartovenaar uitentreuren zijn instrument zou gaan bekloppen met allerhande vreemde voorwerpen terwijl Bang on a Can All-Stars wat drones op de achtergrond moest verzorgen. Toen het stuk goed en wel op gang was bleek het Ranaldo vooral te gaan om gigantische geluidsclusters waar de leden van het ensemble met enige regelmaat korte flarden rockidioom overheen speelden. Dergelijke geluidsmassa’s zijn immer indrukwekkend, maar een te vaak beproefde muzikale methode en bijvoorbeeld al tot in het extreme doorgevoerd door een band als Sunn O))). Een tweede compositie van Fred Frith als toegift was wellicht een mooiere afsluiter geweest.
Het was een wat onevenwichtig concert, maar dat hield het ook wel boeiend. Het was onmiddellijk duidelijk dat de muzikanten van Bang on a Can indrukwekkende muzikanten zijn, sommige ritmes waren des duivels. Jammer dat er zo weinig van deze muziek opgenomen wordt.