Concert: Aimard, Stefanovich & Stroppa – Stockhausen
Datum:14 december 2016
Uitvoerende(n):Pierre-Laurant Aimard (piano, percussie), Tamara Stefanovich (piano, percussie); Marco Stroppa (elektronica)
Locatie:deSingel, Antwerpen
Waardering:

De generatie componisten waartoe Karlheinz Stockhausen behoord wil men nog wel eens karakteriseren als gevoelloze krentenwegers met een obsessie voor vorm en een aversie tegen het emotionele in de muziek. Die notie is misschien niet vreemd als je Stockhausen hoort spreken over zijn werk en de ordenende principes die daarbij horen. Dan ontstaat toch het beeld van de dogmatische serialist die zijn werk incidenteel doorspekt met bizarre, theatrale gebaren – zoals het verdelen van een strijkkwartet over een formatie van vier helikopters. Voor de verstokte hater van moderne muziek maakt hem dat misschien wel tot de heraut van de muzikale apocalyps, waarmee in de twintigste eeuw al het ‘mooie’ uit de muziek is geslagen.

Na het bijwonen van Mantra in deSingel moet zelfs de voornoemde hater misschien toegeven dat er meer achter het kille, wiskundige notengegoochel van Stockhausen zit – tenzij men hem het Helikopter-Streichquartett echt niet kan vergeven. Mantra, waarin de componist meer dan een uur lang (zonder pauze) een formule van 13 noten op alle mogelijke manieren uitpluist met behulp van twee piano’s, wat slagwerk en eenvoudige elektronica, is uitermate fascinerend. Het is een oefening in spaarzaamheid, iedere noot heeft zijn eigen articulatie en wordt daardoor bijna een personage in het stuk. Met het tot dertien stuks beperkte notenmateriaal gaat Stockhausen vervolgens in dertien cycli variëren, omkeren, uitrekken en vervormen. De componist beperkt zich echter niet tot alleen transformatie van de noten, maar ook van de klank zelf. Door relatief eenvoudige vervorming (ringmodulatie) klinken de piano’s soms bijna gruizig en op andere momenten bijna als klokken, maar nog altijd als een herkenbaar instrument. Het is die beheersing en toewijding aan de formule van dertien die mede voor de spanningsboog in het stuk zorgt.

Het serialisme is het duo Aimard en Stefanovich wel toevertrouwd. Zo speelden ze in 2015 als eerbetoon aan Pierre Boulez een programma van diens pianowerken, op alle vlakken ingewikkelde kost. Voor de uitvoering van Mantra werden ze bijgestaan door Marco Stroppa, die het elektronische deel van het stuk verzorgde. Samen maakten ze van Mantra een opwindende, bij vlagen theatrale ervaring. Geen klinische notenanalyse, want ieder moment lag er wel een bijzondere klank of opzwepende sequentie op de loer. Ze leverden het bewijs dat Mantra muziek is om te ervaren, een opname beluisteren doet amper recht aan de visie van Stockhausen. Mochten Aimard, Stefanovich en Stroppa uw stad bezoeken met de Formelkomposition van Karlheinz, ga er dan zeker heen.

Titel:Zomergasten - Reinbert de Leeuw
Regisseur:Peter van Ingen
Jaar:2014
Omroep:VPRO
Waardering:

Zomergasten - Reinbert de LeeuwZomergast Reinbert de Leeuw (componist, pianist en dirigent) bekende bij aanvang van het programma groot en kritisch liefhebber te zijn van het concept Zomergasten. Zijn ideale aflevering was er een met een duidelijke rode lijn. In het geval van De Leeuw laat die rode lijn zich het best beschrijven als een drie uur durende kroniek van (muzikale) grensverleggers.

De Leeuw toonde zich een bevlogen verteller over muziek, maar het was duidelijk dat hij nauwelijks wilde praten over zijn persoonlijke leven. Er waren natuurlijk enige terloopse, biografische noten in een voornamelijk muziekhistorische vertelling, maar de dagelijkse werkelijkheid (politiek, biografisch, of anderszins) werd zoveel mogelijk buiten de deur gehouden. Op enig moment kwam echter de gewraakte biografie van De Leeuw door Thea Derks ter sprake en op dat moment wist presentator Wilfried de Jong toch enig persoonlijk commentaar te ontfutselen. Het volstaat te zeggen dat Reinbert de Leeuw geenszins gelukkig is met het boek en zich zelfs verraden voelt door de auteur.
Een fragment uit de documentaire Imperfect Harmony, over vriend Louis Andriessen, ontlokte bij De Leeuw vrij bittere (en terechte) kritiek op het Concertgebouworkest. De arrogante houding van het Concertgebouworkest ten opzichte van Andriessens muziek, geïllustreerd door beelden van schamperende orkestleden en de weinig gemotiveerde dirigent Mariss Jansons, staat haaks op de visie van De Leeuw op het kunstenaarschap. De musicus is in zijn visie een dienstbare interpretator, die nimmer ijdeltuiterig de componist en zijn muziek in de weg moet gaan staan. De dirigent? Een overschat beroep…

De schalkse vraag van De Jong over verliefdheid (was De Leeuw soms een beetje verkikkerd geraakt op goede vriendin Barbara Sukowa?) werd door De Leeuw vrij snel en een beetje korzelig weggewuifd. Het onderwerp ouderdom (De Leeuw is 75), naar aanleiding van beelden van een dementerende Misha Mengelberg, maakte hem vooral zeer ongemakkelijk. Muziekliefhebber Wilfried de Jong drukte nergens in zijn interview te hard door. De ongemakkelijke vragen werden veelal als plaagstoot gebracht en daarom was het voor de bescheiden De Leeuw eenvoudig om deze te deflecteren en het gesprek te sturen naar de verhalen over zijn muzikale helden.

De avond was voor de grensverleggers die de taal van de muziek openbraken in de loop van de twintigste eeuw (Arnold Schoenberg, John Cage), of magistrale vertolkers die De Leeuws ideaal van de dienstbare artiest ten volle omarmden (Sviatoslav Richter, Elsie de Brauw). Aan de hand van Stravinsky’s Le Sacre du Printemps en Schoenbergs tweede strijkkwartet analyseerde De Leeuw op scherpe wijze de bevrijdende werking van de muzikale ideeën vanaf de vorige eeuwwisseling.
Bij aanvang van het programma merkte De Leeuw op dat hij nogal had moeten snijden in het door hem gekozen materiaal, dus was er helaas niet genoeg tijd om voor ieder onderwerp ook beeld en geluid te presenteren. Om die reden moesten Charles Ives, die De Leeuw bevrijdde van de verlammende werking van het strenge serialisme en Franz Liszts Via crucis (een obsessie van dertig jaar) het doen met een eervolle vermelding. Daar stond dan wel weer prachtig beeld van Olivier Messiaen tegenover die met zijn vrouw vogelgezang verzamelde in het bos, of het portret van Galina Ustvolskaya, componiste van een desolate klankwereld die bij uitvoering fysieke pijn teweegbrengt bij de muzikant.

Na drie uur lang heerlijke, elitaire cultuur – van het soort waar in Nederland een vocale meerderheid graag zijn gal over mag spuien – eindigde Reinbert de Leeuw treffend met een publieksfavoriet; Erbarme dich, mein Gott uit Bachs Matthäus-Passion. “Hors concours”, aldus De Leeuw die daarna zichtbaar geëmotioneerd het glas hief met Wilfried de Jong.

De volledige aflevering van Reinbert de Leeuw in Zomergasten is te bekijken via Uitzending Gemist.