Concert: Slagwerkhemel – Lang, De Rosa & Bjarnason
Datum:30 november 2014
Uitvoerende(n):Ensemble Klang; SŌ Percussion; Residentie Orkest, André de Ridder
Locatie:de Doelen, Rotterdam
Waardering:

Foto: Remke Spijkers

Foto: Remke Spijkers

David Lang is dit jaar composer in residence binnen het Red Sofa programma van de Doelen. Dat wil zeggen dat er dit seizoen een aantal concerten met zijn werk in Rotterdam te horen zijn en hij een vijftal nieuwe stukken zal schrijven. Op deze avond klonk alvast het eerste exemplaar in de serie; een herschreven versie van een compositie uit 2007: pierced. Oorspronkelijk componeerde Lang het voor cello, piano, percussie en strijkorkest, maar voor de zes leden van Ensemble Klang ontstond er de versie voor saxofoons, trombone, piano, elektrische gitaar, percussie en strijkorkest.

De componist was zelf aanwezig voor de première van pierced en de beschouwing voorafgaand aan het concert. Tijdens dit gesprek gaf Lang aan graag emotionele muziek te schrijven en zich bij voorkeur per compositie vast te bijten in een enkel muzikaal probleem of vraagstuk. Zowel in pierced als man made, de stukken van voor de pauze, kwam die filosofie perfect tot uiting. pierced is in zijn oorspronkelijke vorm al een bijzonder intens stuk, maar in de nieuwe bewerking krijgen een aantal muzikale frases een extra lading. Zo transformeren in de nieuwe bewerking de herhaaldelijke uithalen van de cello in de tweede helft tot een zeer beladen, bijna klaaglijk gehuil van de twee saxofoons en gitaar. Lang krijgt je er mee op het randje van je stoel.

In man made zit een zelfde soort intense spanning, bovenal veroorzaakt door de slagwerkpartijen voor de geïmproviseerde instrumenten van SŌ Percussion die het raamwerk van de compositie vormen. Bij een andere componist dan David Lang komen vier mannen die vooraan op het podium takjes breken en flessen bespelen misschien als snel over als pretentieus effectbejag, maar in man made werkt deze licht theatrale toets perfect. Net als in pierced is er een rol weggelegd voor orkest, ditmaal in volledige bezetting. Het orkest zorgt ervoor dat de muzikale patronen van de percussionisten volledig verweven raken tot een pulserend symfonisch geheel. Het Residentie Orkest onder leiding van André de Ridder kweet zich uitstekend van die taak.

Na het zeer geslaagde eerste deel van de avond was het na de pauze de beurt aan werk van Alessandro De Rosa en Davíd Bjarnason. Helaas wisten de beide composities van hun hand veel minder te overtuigen. De Rosa’s Gravità ritrovata (Accordatura) is een puur orkestraal werk dat muzikaal gezien opstijgt uit de traditionele stemmingsroutine van symfonieorkest. Het is een gimmick die wellicht te rechtvaardigen valt als je de titel van de compositie – vrij vertaald: Hervonden zwaartekracht (Stemming) – in ogenschouw neemt. Vanuit de onzekerheid van een ongestemd symfonieorkest neemt het muzikaal materiaal een steeds vastere, zekerdere vorm aan.

Zowel De Rosa als Daníel Bjarnason bedienen zich van een muzikaal idioom dat vrijelijk grabbelt in alle uithoeken de muziekgeschiedenis. In beide gevallen levert het voornamelijk fragmentarische muziek op, waar de componist nooit al te lang op een muzikaal idee blijft hangen. Het Residentie Orkest leek desalniettemin onverminderd enthousiast te spelen, maar de nauwe focus van David Lang was in ieder geval ver te zoeken.

Muzikaal eclecticisme hoeft geen enkele belemmering te zijn om fantastische muziek te schrijven, maar zowel Gravità ritrovata (Accordatura) als Bjarnasons Emergence konden maar niet emotioneel beklijven. In het geval van De Rosa misschien omdat zijn muziek nooit echt gevaarlijk of stekelig werd, zoals dat bij Alfred Schnittke – de eclecticus pur sang – bijvoorbeeld wel het geval is. Bjarnasons muziek werd in het programmaboekje omschreven als “keelsnoerend” en “onheilspellend”. Dergelijke concepten kauwde hij misschien vrij nadrukkelijk muzikaal voor, maar ze werden nergens emotioneel voelbaar.