Concert: 10de Internationaal Liszt Piano Concours – Finale Solo
Datum:6 november 2014
Uitvoerende(n):Mariam Batsashvili, Mengjie Han en Peter Klimo, piano
Locatie:TivoliVredenburg, Utrecht

Internationaal Liszt ConcoursEen competitie met de naam van Franz Liszt kan het zich eigenlijk niet veroorloven om de Pianosonate in B mineur als wedstrijdstuk achterwege te laten. Zoals met veel werk van Liszt is de sonate echter een compositie waar je je als jonge pianist danig aan kan vergalopperen. Voor de drie finalisten van het Internationaal Liszt Piano Concours betrof de pianosonate echter een verplichte compositie, als opmaat naar de gala-avond en prijsuitreiking aanstaande zaterdag.

Driemaal weerklonk de sonate, geïntroduceerd met een filmfragment over iedere finalist en een kort werk uit Liszt volumimeuze oeuvre – Die Lorelei en Ave maris stella. De Georgische Mariam Batsashvili, de jongste van de drie finalisten, sprak in haar introductie over de diepzinnigere Liszt die vaak verborgen zit achter de bravoure akkoorden en octaven. In haar interpretatie van de sonate leek ze dan ook steeds op zoek te zijn naar die man achter de noten, met zeer wisselend succes. Batsashvili bleek niet op te zijn gewassen tegen de technische eisen die de sonate vereist. Veel passages bracht ze er ietwat struikelend vanaf en soms was er ook een wat al te zware linkerhand hoorbaar, waardoor de accenten in de hoge registers verdwenen in een soep van bassen. Vaak verslikken overmoedige pianisten zich in de technische passages, waardoor de structuur van een Lisztcompositie maar al te makkelijk door de vingers glipt. Bij Batsashvili was dit helaas zeker het geval, al moet gezegd worden dat haar spel gedurende de ingetogen passages een mooie, zachte klank kende.

De Nederlander Mengjie Han bleek een veel betrouwbaardere reisgids door Liszts magnum opus. Ook ditmaal geen vlekkeloze vertolking, maar door de bank genomen een stuk trefzekerder dan zijn Georgische medefinalist. Het spel van Han kenmerkte zich door een bijzonder heldere klank en een wat trager tempo, waarbij ook de melodielijnen in de onstuimige passages uit de verf kwamen. Waarbij je bij Batsashvili kon horen wanneer ze zich opmaakte voor een veeleisend notensalvo, ging het Mengjie Han een stuk vloeiender af – ondanks zichtbaar trillende vingers (te zien op de grote videoschermen boven het podium).

Peter Klimo uit de Verenigde Staten sloot de avond af met een onevenwichtige interpretatie van de sonate. Het initieel hoge tempo leek hij niet consequent te kunnen vasthouden gedurende de rest van het stuk. Daarnaast schortte het op punten aan articulatie; vaak leken de noten in diverse toonladders bijna aan elkaar te plakken, wellicht het resultaat van enthousiast pedaalgebruik of het door Klimo vermoede mankement aan de Fazioli-vleugel. Ook zijn klank was over het algemeen een stuk doffer, waardoor de wederkerende euforische ontladingen in de sonate wat van hun glans en spanning verloren.

Op basis van de vertolkingen van de Pianosonate in B mineur zou het zo maar kunnen dat het 10de Internationaal Liszt Piano Concours gewonnen gaat worden door Mengjie Han, met Peter Klimo op de tweede plaats. Uiteraard hangt alles af van het juryoordeel en de uitvoeringen van Liszts eerste pianoconcert door Batsashvili en Klimo en de Totentanz door Han komende zaterdag.

Titel:The Liszt Sonata
Ontwikkelaar(s):
Platform:iPad
Prijs:€ 12,99
Website:

The Liszt SonataDe pianist komt van links op, zet zich aan de piano, concentreert zich gedurende een paar seconden en begint dan aan de eerste akkoorden van Liszt’s sonata in B-mineur. Voor één keer niet op een podium, maar op het scherm van een iPad.

In deze nieuwe app van Touch Press wordt de volledige Sonata in B-mineur onder de loep genomen, in samenwerking met pianist Stephen Hough. Op een volledig unieke manier wordt de sonata ontleed.

Heel het stuk wordt door Hough gespeeld, en ondertussen scrollt de partituur onderaan het scherm mee. In vier verschillende standpunten wordt de pianist getoond, en je kan zelf zoveel je wil switchen tussen deze standpunten. Het meest spectaculaire is wel de ‘notefall’, waarin de noten voorgesteld worden als kleurrijke lasers die verdwijnen in de handen van Hough, en waarmee je de muziek als het ware kan zien. Het enige standpunt dat ik miste was het pedalenwerk, maar dat werd misschien wat te ver gaand.

The Liszt Sonata

Tijdens het stuk zelf kan je ook nog commentaar van Hough zelf aanzetten (gesproken en/of geschreven) waar hij uitlegt welke motieven er gespeeld worden, waar de moeilijkheden liggen en andere interessante weetjes.

Buiten het stuk zelf zijn er nog speciaal voor deze app geschreven stukken tekst (doorspekt met talrijke video’s) over Liszt, de sonata-vorm, en een diepgaande structurele analyse van het stuk.

13 euro kost deze app. Dit mag een astronomisch hoog bedrag lijken in vergelijking met de rest wat er in de app store te vinden is, maar eigenlijk is deze app van een eenzame kwaliteit in vergelijking met wat je nog kan vinden, en zijn geld waard. Het is ’the next best thing’ buiten een daadwerkelijk live gespeeld recital van dit prachtige stuk. Hopelijk wordt er nog aan veel andere klassieke stukken deze behandeling gegeven.

Enig puntje van kritiek is dat je in het stuk zelf niet kan doorspoelen. De knoppen om dit te doen zijn er wel maar werken niet. Buiten dit technisch mankementje is deze app van een uitzonderlijk hoog niveau.

Update 1 oktober 2013: Er is een update van de app verschenen voor iOS 7. Er kan nu in het stuk doorgespoeld worden.

Titel:Franz Liszt: The Weimar Years, 1848 - 1861
Auteur(s):
Jaar:1993
Uitgever:Cornell University Press
Waardering:

Franz Liszt: The Weimar YearsDit is een recensie van tweede boek van de driedelige biografie van Franz Liszt door Alan Walker, mijn mening over het eerste deel is hier te vinden. Veel van de positieve punten die voor het eerste deel gelden zijn ook dit keer weer van toepassing, al lijkt Walker met name aan het begin even wat moeite te hebben om het turbulente leven van Liszt narratief gezien weer op de rails te krijgen. Deels komt dit omdat de tweede vrouw in Liszts leven ten tonele verschijnt; Prinses Carolyne zu Sayn-Wittgenstein, een vrouw die heel haar leven gebukt leek te gaan onder problemen als gevolg van bureaucratie en konkelende (schoon)familie.

In het derde hoofdstuk krijgen de onlusten in Hongarije de nodige aandacht en daar blijkt eens te meer de affiniteit die Walker ten dag legt als het gaat om historisch inzicht. Een persoon als Franz Liszt is niet te doorgronden zonder de negentiende eeuw ook enigszins te contextualiseren, zeker aangezien zijn muziek vaak beïnvloed is door belangrijke gebeurtenissen, zowel op persoonlijke als (inter)nationale schaal. Menig biograaf zou wellicht snel voorbij gaan aan de complexe politieke situatie in Hongarije dat indertijd deel uitmaakte van het Habsburgse Rijk, maar Walker schuwt niet om bijna een heel hoofdstuk te wijden aan het geboorteland waarmee Liszt zich onmiskenbaar verbonden voelde.

De hoofdmoot van het boek bestaat echter uit een beschrijving van Liszts tijd in Weimar als Kapellmeister aan het hof van groothertog Carl Alexander, een ceremoniële post die hij na het staken van zijn professionele carrière als reizend pianovirtuoos ook daadwerkelijk ging bekleden. Het werkzame leven van Liszt kent vanaf dat moment grofweg drie hoofdactiveiten: het programmeren en dirigeren van concerten, het onderwijzen van pianostudenten (Hans von Bülow en Carl Tausig zijn pupillen uit de Weimar periode) en de kunst van het componeren.

Zowel het in de hoedanigheid van componist als dirigent/programmeur ondervond Liszt grote problemen. Vanwege een chronisch geldgebrek moest hij een constante strijd voeren om concerten en opera’s (waaronder de dure monsteropera’s als “Lohengrin” en “Tannhäuser”) te kunnen programmeren en nieuwe leden voor het onderbezette orkest van Weimar aan te stellen. De keuze van Liszt om veel modern werk van “nieuwe” componisten als Berlioz en Wagner te programmeren viel ook bijzonder slecht bij het overwegend conservatieve publiek in Weimar en ook in de rest van Duitsland waar hij regelmatig als gastdirigent gevraagd werd. De abominabele kwaliteit van de orkesten in de negentiende eeuw moet ook bijgedragen hebben aan de ronduit vijandige ontvangst van nieuwe, innovatieve composities. Alan Walkers hoofdstuk over “Liszt the Conductor” opent met een amusante schets van de staat waarin een gemiddeld negentiende eeuws orkest verkeerde. Het maakt de verdiensten van Liszt als dirigent des te imponerender.

Net als het vorige deel bevat “The Weimar Years” eveneens korte analyses van de composities van Liszt in het tijdvak van 1848 tot 1861, waaronder de Pianosonate in B mineur. Opvallender is echter de aandacht voor het symfonische werk van de componist. Stukken als “Tasso”, “Hungaria” en zelfs de twee pianoconcerten worden heden ten dage slechts sporadisch uitgevoerd, volgens Walker ten onrechte gezien de innovativiteit van veel van Liszts orkestrale werk.

De negentiende eeuwse opinie over Liszt als componist is helaas al niet veel beter als die van hem als dirigent. Dezelfde vijandigheid (wellicht een symptoom van de “War of the Romantics”) jegens zijn dirigentschap vormt zich eveneens tegen de gestage stroom composities die hij schreef gedurende de jaren in Weimar. Ondanks vele successen laat de Weimar-periode zich voor Liszt toch het beste samenvatten in termen van teleurstelling en afwijzing.