Titel:Shostakovich: A Life Remembered
Auteur(s):
Jaar:1994, 2006
Uitgever:faber and faber
Waardering:

Shostakovich: A Life Remembered van celliste Elizabeth Wilson is geen biografie, maar een verzameling korte verhalen en interviews over componist Dmitri Shostakovich, zoals verteld door familie, vrienden en kennissen.

Het boek is niet strikt chronologisch opgebouwd en daarom is het soms lastig om een heldere tijdlijn te vormen van Shostakovich’ leven. Veel anekdotes refereren bijvoorbeeld aan zaken die pas later verdere invulling krijgen. Maar het is Wilson er dan ook niet om te doen om een volledige biografie op te tekenen. De verhalen over Mitya – zoals veel intimi hem noemen – zijn niet altijd even levendig en komen niet verder dan een opsomming van namen en jaartallen. Goede vrienden als Mstislav Rostropovich en Isaak Glikman, die ook lang de secretaris van de componist was, schilderen een veel kleurrijker beeld van de componist.

Enige herhaling is onvermijdelijk als je een groep mensen vraagt iets op te rakelen over een goede bekende. De veelvuldigheid waarmee men refereert aan de tics van Shostakovich gaat soms wat vervelen. Je zou bijna gaan denken dat de beste man zo’n nerveus wrak was, dat het een wonder mag heten dat hij vijftien symfonieën schreef. Anderzijds levert het wel mooie karakterinzichten op, zoals de obsessieve punctualiteit en extreme beleefdheid van de meester. Zijn onwil om correcties aan te brengen in uitgeschreven partituren mag ook legendarisch heten, evenals de uiterst creatieve bochten waarin hij zich wrong om goedbedoelde suggesties van derden aangaande zijn muziek te deflecteren.

Helaas is de componist zelf niet meer in leven om de door Wilson verzamelde herinneringen aan zijn persoon te kunnen autoriseren. De vraag is ook of Shostakovich dat zou hebben gedaan, gezien de kritiekloze en gedienstige houding die hij publiekelijk graag aannam. De componist strooide lustig met kwalificaties als “schitterend” of “fantastisch”, om iemand maar niet te beledigen.
Bij een man als musicoloog Lev Lebedinsky, wiens mijmeringen soms grenzen aan grootspraak, zou enige context wellicht toch op zijn plaats zijn. Lebedinsky was bijvoorbeeld lid van de geheime politie van de Bolsjewieken (de Cheka) en leider van RAPM (Russiscche Associatie van Proletarische Musici), een vereniging die Shostakovich zeker geen warm hart toedroeg. Dergelijke feiten zetten zijn flamboyante beweringen, zoals zijn scherpe veroordeling van het toetreden tot de Communistische Partij door de componist, toch in een wat ander daglicht. Wilson laat dergelijke contextualisering vaak achterwege of volstaat met een korte voetnoot.
Het is echter de vraag of het totaalbeeld van Dmitri Shostakovich in A Life Remembered te lijden heeft onder een aantal van deze meer twijfelachtige bijdragen. Een kritische beschouwing van dergelijke bronnen, maar bijvoobeeld ook Shostakovich’ verhouding met het Sovjet-regime, is eerder op zijn plaats in een traditionele biografie, zoals die van Laurel Fay of Krzysztof Meyer.

De Sarabande uit de tweede Cello Suite in d mineur van Johann Sebastian Bach had een speciale betekenis voor cellist Mstislav Rostropovich. Hij speelde het stuk als toegift na afloop van een concert in Engeland op 21 augustus 1968 toen op dat moment de Russen Tsjecho-Slowakije binnen vielen om een gewelddadig einde te maken aan de Praagse Lente. Hij zei de compositie op te dragen aan eenieder die bedroefd was. Hoezeer Rostropovich dit meende blijkt uit onderstaand verhaal van de Japanse dirigent Seiji Ozawa.

In 1989 overleed het pasgeboren dochtertje van sumoworstelaar Chiyonofuji Mitsugu, een vriend van Rostropovich die liefhebber was van de Japanse worstelsport. Zodra de cellist het tragische nieuws hoorde nam hij het vliegtuig en vloog, slechts bepakt met zijn cello, naar Narita in Japan. Vanaf het vliegveld aldaar volgde een taxirit van 1,5 uur naar het huis van Chiyonofuji. Daar aangekomen speelde hij enkel de Sarabande ter nagedachtenis aan het meisje en nam daarna dezelfde taxi terug naar het vliegveld om terug te keren naar Europa.

Concert: Yannick dirigeert Shostakovich
Datum:25 april 2013
Uitvoerende(n):Rotterdams Philharmonisch Orkest, Yannick Nézet-Séguin; Jean-Guihen Queyras, cello
Locatie:De Doelen, Rotterdam
Waardering:
Yannick Nézet-Séguin

Foto: Marco Borggreve

Het concert van gisteren in De Doelen is het bewijs dat symfonische muziek vaak op zijn best genoten kan worden in een concertzaal. Op het programma stonden twee belangrijke werken van Dmitri Shostakovich; zijn eerste Cello Concert (1959) en de Zevende Symfonie (“Leningrad”, 1941). Beide werken werden gedirigeerd door Yannick Nézet-Séguin, Eerste Dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest met Jean-Guihen Queyras op cello tijdens het Cello Concert voor de pauze.

Het Cello Concert, oorspronkelijk geschreven voor Mstislav Rostropovich, is doorwrocht met Shostakovich’ beroemde DSCH motief en wordt op meesterlijke wijze getransformeerd en verweven in zowel de cello- als orkestpartituur. Ik kan me voorstellen dat het vooruitzicht van het spelen van het Cello Concert iedere cellist vervuld van enige angst, aangezien het een van de moeilijkste stukken voor cello in het repertoire is, zeker het cadenza aan het begin van het derde deel. Cellist Jean-Guihen Queyras zag er in ieder geval niet bang uit en leek zijn samenspel met Nézet-Séguin en het orkest zichtbaar te waarderen.

“Gigantisch” en “monumentaal” zijn twee kwalitatieve omschrijvingen die met recht kunnen worden toegekend aan Shostakovich’ Zevende Symfonie. Niet alleen vanwege de lengte en historische achtergrond is het werk een monument, de muziek is eveneens bijzonder krachtig – het ene moment een militaire mars om vervolgens over te vloeien in zachtmoedige harmonieën en dat alleen al in het eerste deel. Dirigent Nézet-Séguin is een energieke aanwezigheid op het podium en zijn en enthousiaste optreden past bijzonder goed bij de turbulente muziek van Shostakovich.

Persoonlijk geef ik de voorkeur aan de sobere, gerichtere Shostakovich van voor de pauze, hetgeen overigens niets afdoet aan de formidabele prestatie van het Rotterdams Philharmonisch Orkest in beide werken. Het is simpelweg mijn voorliefde voor de getormenteerde, oudere Shostakovich.

Dit artikel verscheen eerder in het Engels op heutediewelt.nl.