Concert: Huelgas Ensemble – Muziek in apocalyptische tijden
Datum:30 september 2015
Uitvoerende(n):Huelgas Ensemble, Paul Van Nevel
Locatie:Laurenskerk, Rotterdam
Waardering:

Foto: Alidoor Dellafaille

Foto: Alidoor Dellafaille

Paul van Nevel is een schatgraver, dat bleek wel uit de productie die hij met zijn Huelgas Ensemble presenteerde in de Laurenskerk. Naast een aantal bekende namen, zoals Pérotin en De Machaut, zongen de tien leden van het ensemble voornamelijk muziek van anonieme componisten, opgediept door Van Nevel gedurende zijn onderzoek in de muziekarchieven van Europa.

Opvallend frisse en vitale muziek uit de periode 1000 tot 1400. Het openingsstuk Alleluia. Judicabunt sancti nationes, een tweestemmig organum, stond bol van religieus mysterie. Een tere compositie waarbij ieder omgevingsgeluid, zoals het brommen van de zaalverlichting, bijna te veel was. De bizarre stembuigingen in het dertiende eeuwse O Maria Maris stella en vervreemdende harmonieën in het Kyrie Cuthberte (omstreeks 1280) hielden de luisteraar scherp. Oude muziek is echt niet alleen maar vroom geprevel, of een soort sfeervol, kerkelijk geluidsbehang.

Rauwe emoties passen niet in de gereserveerde cultuur waarin deze muziek ontstond, maar desalniettemin was er ruimte voor weemoedige schoonheid, bijvoorbeeld in Puisque la mort, een treurzang op de dood van de Cypriotische koningin Eleanore d’Aragon. Het relatief beknopte muzikale idioom beteugelde ook creativiteit – virtuositeit zelfs – van de Middeleeuwse componisten geenszins. Dat blijkt maar weer uit de wijze waarop Pérotin zes regels tekst tot extreem melismatische muziek wist uit te spinnen in zijn Viderunt omnes.

Een zeer intiem concert van het Huelgas Ensemble, met het publiek gezeten rondom het podium. In verschillende bezettingen zongen zij de complexe polyfonie, schijnbaar ongemoedereerd door de zeer vervlochten meerstemmigheid en weelderige melismes. Aan dirigent Paul van Nevel was af te lezen dat het toch een inspannende aangelegenheid was. Hopelijk mocht hij het concert in de kleedkamers afsluiten met een welverdiende sigaar.

Enkele weken geleden plofte de nieuwe abonnementenbrochure van de Doelen op de deurmat. Ook dit jaar weer een flink aantal interessante concerten, opvallend veel Schubert, Schumann en natuurlijk die eeuwige Mozart.

Een aantal grote orkesten, waaronder het Berliner Philharmoniker met Simon Rattle, zullen Rotterdam bezoeken. De selectie van werken spreekt helaas niet direct tot de verbeelding, het is een mixtuur van premières en de geijkte symfonisten.

Op het gebied van de piano vallen vooral twee vermaarde vrouwen op: Imogen Cooper en Hélène Grimaud. Cooper speelt onder meer een programma van Wagner in bewerkingen van Liszt en de Davidsbündlertänze van Schumann. Het recital van Grimaud bestaat uit een eigenaardige, maar intrigerende mix van werken met als verbindend thema ‘water’. Altijd mooi om zowel Berio en Takemitsu het podium te zien delen met een verstokte Romanticus als Brahms.

De winnaar van de Koningin Elisabethwedstrijd 2013, Boris Giltburg, is ook aanwezig met een selectie die zijn pianistische kwaliteiten ten volle zouden moeten etaleren. Gezien de positieve recensies in de rest van Europa waarschijnlijk de moeite om te gaan zien. Verder worden de recitals van de andere pianisten dit seizoen gekenmerkt door een zekere behoudendheid, hetgeen ook het geval is de serie strijkkwartetten. Veel verder dan Webern en Schoeck gaat het modernisme dit keer niet.

Vocaal gezien springen het Requiem van Fauré en de uitvoering van Steel Hammer van Julia Wolfe door het Trio Mediaeval in het oog. Het werk van Wolfe is een volslagen unieke kijk op folk en Americana, met een hoofdrol voor de Amerikaanse legende John Henry.

Oude muziek is er dit seizoen ook. Jordi Savall zal twee concerten met zijn Hesperion XXI verzorgen, waaronder een toepasselijk concert in het teken van Erasmus en weinig gehoorde noten uit het Ottomaanse rijk. Het Huelgas Ensemble brengt een wat conventioneler programma, waar Pérotin en Matteo da Perugia een belangrijke rol spelen.

Blijkbaar smaakte de vruchtbare samenwerking met David Lang dit Red Sofa-seizoen naar meer, aangezien de namen van Lang, Wolfe, Gordon en Bang On A Can All Stars wederom opduiken in de brochure. Er is bijvoorbeeld een Bang On A Can Marathon, naar het beproefde New Yorkse model, waar vanaf drie uur ’s middags tot diep in de avond nieuwe muziek te horen zal zijn. Eveneens is er een première van crowd out 2 van David Lang dat garant staat voor spektakel, gezien de gigantische bezetting voor 1000 zangers in de Onderzeebootloods op het RDM-terrein.

De slagwerkgroep van Colin Currie is ook weer van de partij met een uitvoering van Steve Reichs Music for 18 musicians, een werk dat immer blijft imponeren. John Luther Adams’ Become Ocean moet eveneens een bijzondere ervaring zijn, gezien het verdere oeuvre van deze componist. Waarschijnlijk een werk dat vooral in een concertzaal tot zijn recht komt.
De onverschrokken pianist Ralph van Raat brengt een programma dat in het teken staat van Thomas Adès, waaronder diens adembenemende Darknesse Visible. Het DoelenEnsemble duikt in de klankwerelden van een keur aan componisten, waaronder Stockhausen en Nono, maar ook de vroege Amerikaanse enfant terribles. Dit jaar toch maar eens die Red Sofa Bankpas aanschaffen…