Concert: John Luther Adams – Become Ocean
Datum:8 april 2016
Uitvoerende(n):Codarts Symphony Orchestra, Arie van Beek, Arne Visser en Renato Dias Penêda; Dansers van Codarts Dans; Dietmar Janeck, film; Regina van Berkel, ontwerp & choreografie
Locatie:Laurenskerk, Rotterdam
Waardering:

Become OceanJohn Luther Adams draait al een tijdje mee in de muziekwereld, maar er was een tijd dat men bij het horen van zijn naam meteen verwees naar collega John Adams of de tweede president van de Verenigde Staten. De laatste jaren kan Adams echter op steeds meer waardering rekenen, mede dankzij de inspanningen van de jonge garde componisten en musici. Het winnen van de Pulitzer Prize in 2014 en een Grammy in 2015 zijn de laatste wapenfeiten die zijn status als componist versterken, niet vreemd dat de Doelen daarom werken van hem heeft opgenomen voor dit concertseizoen en het volgende.

Wederkerend thema in de composities van Adams is de natuur en dan met name die van Alaska, de plek waar hij geruime tijd woonde. Het orkestwerk Become Ocean, dat de Pulitzer won, is geen uitzondering op dat leidende element in zijn werk. Wie een soort moderne versie van Debussy’s La Mèr verwacht komt echter bedrogen uit. Become Ocean is een viering van de oerkrachten, niet van speelse wind en kabbelende golven.
De originele première van Become Ocean vond plaats in een gewone concerthal, maar de Doelen koos voor de Nederlandse uitvoering voor een bijzondere locatie, de Laurenskerk, en de toevoeging van choreografie door enkele dansers van Codarts. De akoestiek van de kerk bleek prima aan te sluiten op Adams’ langzame, tonale notenclusters. Het publiek, dat op ongewone wijze tussen de drie orkestgroepen was geplaatst, werd te allen tijde omgeven door atmosferische klanken. Become Ocean is een vrij ingetogen werk, maar kent een aantal glorieuze, bulderende crescendos die je bijna in je maag zou willen voelen. Het Codarts Symphony Orchestra, onder leiding van drie dirigenten, leek aanvankelijk even moeite te hebben met de muzikale coördinatie tussen de gescheiden instrumentgroeperingen, zoals voorgeschreven door de componist, maar maakte er uiteindelijk een mooi, vloeiend geheel van.

De dansers die als zeewezens langs het publiek bewogen vormden een stemmige aanvulling op het geheel, al was de keuze van Regina van Berkel voor juist dat concept misschien wat conventioneel. De inzet van filmbeelden, gemaakt door Dietmar Janeck, werkte door de opstelling van het filmdoek aan slechts een kant van de zaal wat minder goed. Het was wellicht mooier geweest als het publiek omgeven was door de filmbeelden, in combinatie met een gedempter lichtgebruik. Waarschijnlijk deels een financiële beperking, maar ook een gevolg van de expliciete uitnodiging aan het publiek van de organisatie om vooral op te staan en rond te lopen om zodoende de muziek en dans ten volle te ervaren. Een begrijpelijke, maar uiteindelijk jammerlijke beslissing. De kleine kluwen bezoekers die achter de dansers aan schuifelden waren nog tot daar aan toe, maar het concept van ‘vrij rondlopen’ nodigde blijkbaar ook uit tot het schieten van telefoonfoto’s zonder het uitschakelen van het sluitergeluid en het voeren van fluistergesprekken. Bij vlagen was Become Ocean daarom een wat rumoerige ervaring, het is echter de vraag of het Rotterdams Philharmonisch volgend jaar mei de sfeer weet te bereiken met hetzelfde werk in de Grote Zaal van de Doelen, in de Laurenskerk was die vrijdag hoe dan ook indrukwekkend.

Twee elementen in de programmering van het seizoen 2016/2017 van de Doelen zijn een niet al te grote verrassing: veel aandacht voor de Barok en een concertserie van de pianobroers Jussen. Muziek uit de Barok is al enige jaren een steeds geliefder genre, wellicht een positief bijeffect van de dweperige Matthäus-Passion-verering die Nederland al geruime tijd teistert. Arthur en Lucas Jussen zijn samen met harpist Remy van Kesteren (ook enkele malen terug te vinden in de Doelenprogrammering) definitief ontdekt door een breder publiek. De gebroeders Jussen kiezen voor interessant werk van Ravel en tijdgenoten in hun concerten voor de Doelen.

Weliswaar is het Romantische Lied ditmaal wat ondervertegenwoordigd, maar daar staan grote koorwerken als Beethovens Missa Solemnis en de Harmoniemesse van Franz Joseph Haydn door het Orkest van de Achttiende Eeuw weer tegenover.
Liszts Via crucis is in de bewerking voor piano al een intens stuk, dus de uitvoering van de originele compositie door het Nederlands Kamerkoor en het Asko|Schönberg ensemble in de Laurenskerk kan niet anders dan indrukwekkend worden. Dirigent Reinbert de Leeuw heeft in de afgelopen jaren meermalen gesproken over zijn fascinatie voor het relatief onbekende koorwerk van Liszt; een extra reden om naar Via crucis te gaan dus.

Een ander vocaal werk voor groot ensemble is het emotionele, gelaagde eerbetoon aan ruraal Massachusetts, Unremembered van Sarah Kirkland Snider. Afgelopen seizoen zong Shara Worden al het prachtige death speaks, van Sniders leermeester David Lang, en ook voor Unremembered is zij weer van de partij, bijgestaan door Padma Newsome van Clogs en singer/songwriter DM Stith. Dat moet wel een bijzondere première gaan worden. De invloeden van de Amerikaanse moderne muziek op de Doelenprogrammering houden daar overigens niet op. Er is eveneens ruime en welkome aandacht voor Michael Gordon, David Lang en Bryce Dessner. Become Ocean en death speaks gaan zelfs in reprise, ditmaal wel zonder dans of enscenering. Helaas ontbreekt Anthracite Fields, het oratorium van Julia Wolfe (Bang On A Can-collega van Gordon en Lang) dat recent een Pulitzer Prize won.

Orkestraal geweld is er natuurlijk ook, incluis de immer oververtegenwoordigde Wolfgang. Wat dat betreft biedt het Tokyo Symphony Orchestra een mooie, gebalanceerde avond met werk van Takemitsu, Debussy en Brahms. Bijzondere afsluiter van het seizoen is er in de vorm van John Luther Adams’ Inuksuit voor een gigantisch slagwerkensemble in het Rotterdamse Arboretum Trompenburg.

Enkele weken geleden plofte de nieuwe abonnementenbrochure van de Doelen op de deurmat. Ook dit jaar weer een flink aantal interessante concerten, opvallend veel Schubert, Schumann en natuurlijk die eeuwige Mozart.

Een aantal grote orkesten, waaronder het Berliner Philharmoniker met Simon Rattle, zullen Rotterdam bezoeken. De selectie van werken spreekt helaas niet direct tot de verbeelding, het is een mixtuur van premières en de geijkte symfonisten.

Op het gebied van de piano vallen vooral twee vermaarde vrouwen op: Imogen Cooper en Hélène Grimaud. Cooper speelt onder meer een programma van Wagner in bewerkingen van Liszt en de Davidsbündlertänze van Schumann. Het recital van Grimaud bestaat uit een eigenaardige, maar intrigerende mix van werken met als verbindend thema ‘water’. Altijd mooi om zowel Berio en Takemitsu het podium te zien delen met een verstokte Romanticus als Brahms.

De winnaar van de Koningin Elisabethwedstrijd 2013, Boris Giltburg, is ook aanwezig met een selectie die zijn pianistische kwaliteiten ten volle zouden moeten etaleren. Gezien de positieve recensies in de rest van Europa waarschijnlijk de moeite om te gaan zien. Verder worden de recitals van de andere pianisten dit seizoen gekenmerkt door een zekere behoudendheid, hetgeen ook het geval is de serie strijkkwartetten. Veel verder dan Webern en Schoeck gaat het modernisme dit keer niet.

Vocaal gezien springen het Requiem van Fauré en de uitvoering van Steel Hammer van Julia Wolfe door het Trio Mediaeval in het oog. Het werk van Wolfe is een volslagen unieke kijk op folk en Americana, met een hoofdrol voor de Amerikaanse legende John Henry.

Oude muziek is er dit seizoen ook. Jordi Savall zal twee concerten met zijn Hesperion XXI verzorgen, waaronder een toepasselijk concert in het teken van Erasmus en weinig gehoorde noten uit het Ottomaanse rijk. Het Huelgas Ensemble brengt een wat conventioneler programma, waar Pérotin en Matteo da Perugia een belangrijke rol spelen.

Blijkbaar smaakte de vruchtbare samenwerking met David Lang dit Red Sofa-seizoen naar meer, aangezien de namen van Lang, Wolfe, Gordon en Bang On A Can All Stars wederom opduiken in de brochure. Er is bijvoorbeeld een Bang On A Can Marathon, naar het beproefde New Yorkse model, waar vanaf drie uur ’s middags tot diep in de avond nieuwe muziek te horen zal zijn. Eveneens is er een première van crowd out 2 van David Lang dat garant staat voor spektakel, gezien de gigantische bezetting voor 1000 zangers in de Onderzeebootloods op het RDM-terrein.

De slagwerkgroep van Colin Currie is ook weer van de partij met een uitvoering van Steve Reichs Music for 18 musicians, een werk dat immer blijft imponeren. John Luther Adams’ Become Ocean moet eveneens een bijzondere ervaring zijn, gezien het verdere oeuvre van deze componist. Waarschijnlijk een werk dat vooral in een concertzaal tot zijn recht komt.
De onverschrokken pianist Ralph van Raat brengt een programma dat in het teken staat van Thomas Adès, waaronder diens adembenemende Darknesse Visible. Het DoelenEnsemble duikt in de klankwerelden van een keur aan componisten, waaronder Stockhausen en Nono, maar ook de vroege Amerikaanse enfant terribles. Dit jaar toch maar eens die Red Sofa Bankpas aanschaffen…