Concert: Trio Mediæval & Bang on a Can All-Stars – Steel Hammer
Datum:20 april 2016
Uitvoerende(n):Trio Mediæval & Bang on a Can All-Stars
Locatie:Laurenskerk, Rotterdam
Waardering:

julia-wolfe-steel-hammerAan erkenning voor de drie oprichters van Bang On A Can is er de laatste jaren geen gebrek. Zo was David Lang aanwezig op de rode loper tijdens de uitreikingen van de Oscar vanwege zijn nominatie voor de compositie simple song #3 uit de film Youth en wonnen Julia Wolfe en hij de Pulitzerprijs voor muziek. Helaas bracht Bang on a Can All-Stars niet het oratorium Anthracite Fields, waarvoor Julia Wolfe de Pulitzer won, maar het oudere Steel Hammer uit 2009.
Het negendelige stuk vormt een ballade over de negentiende-eeuwse volksheld John Henry uit het zuiden van de Verenigde Staten en zijn symbolische strijd tegen de stoomhamer. Wolfe legt in Steel Hammer op ingenieuze wijze de veelvormigheid van de legende rondom Henry bloot. Zo bestaat een van de delen alleen maar uit de herhaling van alle namen van de staten waarin Henry zijn beroep als steel-driver uitgeoefend zou hebben. Het vijfde deel, Characteristics, vormt een opeenvolging van de uiterlijke kenmerken van John Henry, die bijna allemaal onderling tegenstrijdig blijken te zijn. Als geheel is het een moderne interpretatie van de heldenballade en tevens een spannend stuk muziek.

De Laurenskerk leent zich uiteraard uitstekend voor het hemelse stemgeluid van Trio Mediæval, maar omdat het trio voor dit stuk werd bijgestaan door Bang on a Can All-Stars en haar imposante instrumentarium was er gekozen voor algehele geluidsversterking. Het zorgde er voor dat Trio Mediæval altijd hoorbaar was en dat de imposante geluidskluwen nog flink nagalmden in de kerk, maar de totale mix klonk soms wat schel. Alle musici leverden desondanks prestaties van hoge kwaliteit, ondanks de hoge en soms onconventionele eisen die de componiste aan hun stelde. Moderne muziek schrijft soms ongewone zaken voor die nog wel eens onbedoeld op de lachspieren willen werken. Julia Wolfe mag zich ook graag van die moderne trukendoos bedienen (gebruik van het lichaam als percussie, gefluit), maar een dergelijke ingreep staat bij haar altijd in dienst van de muziek.

Steel Hammer is een intense ervaring. Niet in de laatste plaats vanwege de fantastische geluidsexplosies die Wolfe voorschrijft, zoals in het jachtige The Race. Polly Ann, waarin de liefde van John Henry wordt beschreven, blinkt dan weer uit in breekbare schoonheid, evenals het meditatieve slot Lord Lord. Nadat de negen delen weerklonken in de Laurenskerk heeft het enigma John Henry en zijn titanenstrijd tegen de mechanisering dan ook definitief en overtuigend gestalte gekregen.

Concert: Bang on a Can All-Stars & Lee Ranaldo
Datum:9 november 2013
Uitvoerende(n):Bang on a Can All-Stars & Lee Ranaldo
Locatie:deSingel, Antwerpen
Waardering:

Foto: Stephanie Berger

Foto: Stephanie Berger

Niet alleen de elektrische gitaar stond centraal deze avond, maar ook de kruisbestuiving tussen klassieke muziek en rock.

Gitarist Mark Stewart beet in zijn eentje het spits af met Electric Counterpoint van Steve Reich. De gitarist staat in dit stuk, net zoals in alle andere stukken van de componist met de naam “counterpoint”, moederziel alleen op het podium en wordt ook nog eens geacht een samenspel te creëren met veertien vooraf opgenomen gitaarpartijen. Het resultaat is het prachtige, hallucinante geluidsweefsel dat zo kenmerkend is voor de muziek van Reich. Zoals bij al het werk van de componist is wel weer de vraag of de individuele expressie van de musicus er toe doet tijdens de uitvoering en of dit in het geval van Reich ook daadwerkelijk van belang is. De “counterpoint”-stukken lijken echter wel de meeste vrijheid voor de uitvoerende te bieden. Mark Stewart bracht in ieder geval de nodige “swing” in zijn optreden en zijn gitaarspel had wat scherpere randjes dan de overwegend ronde toon van Pat Metheny, zoals te horen op de opname voor Nonesuch uit 1989.

O Shut Your Eyes Against the Wind van Bryce Dessner hoorden we al tijdens een eerder concert gewijd aan Amerikaanse componisten, ditmaal in Rotterdam. Dessners stuk voor de volledige bezetting van Bang on a Can All-Stars is nog steeds een opwindende aangelegenheid, maar de akoestiek van de Blauwe Zaal in deSingel gooide roet in het eten. De uitvoering door eighth blackbird in De Doelen in Rotterdam werd gekenmerkt door een mooie balans tussen alle muzikale lijnen, in Antwerpen versmolten alle instrumenten bij vlagen echter tot een geluidssoep. De onbalans was overigens ook merkbaar in Electric Counterpoint waarbij de tape met veertien gitaren soms wat al te zeer naar de achtergrond werd gedrukt door de solist.

In Stroking Piece #1 van Thurston Moore, een van de leden van Sonic Youth, waren de rockinvloeden alomtegenwoordig, beginnend met de onverbiddelijke percussie en eindigend in een bevredigend crescendo van instrumentaal lawaai. Een heel programma vol met dit soort stukken zou vooral op de zenuwen werken, maar in dit geval was Moore’s werk een waardige afsluiter van het eerste deel van de avond.

De verrassing van het concert kwam na de pauze in de vorm van Snakes en Ladders, gecomponeerd door Fred Frith, oprichter van de band Henry Cow, maar nu voornamelijk componist voor ensembles en solisten en hoogleraar muziek aan Mills College in Californië. Het stuk van Frith is moeilijk te beschrijven, maar overduidelijk is de invloed van de jazz en Frith’s gave om prachtige harmonieën en dissonanten uit verschillende instrumentenparen te destilleren. De klarinettist, Ken Thomson, had in ieder geval een goed moment om zijn kunde als muzikant tentoon te spreiden in de venijnige en spannende klarinetpartijen.

Van de drie miniaturen van David Longstreth, die deel uitmaakt van de band Dirty Projectors, slaagden de laatste twee het beste. Als de titels van Longstreth stukken enige relatie met de muziek hebben dan leek Matt Damon vooral elegie, doorspekt met korte, muzikale citaten en Breakfast at J&M een visie op de stadse hectiek in de ochtend.

Er bestond de angst dat een avondvullend programma met elektrische gitaar vooral zou gaan bestaan uit een flinke bak overstuurde gitaarherrie. Het was uiteindelijk Lee Ranaldo, eveneens onderdeel van Sonic Youth en aanwezig op het podium als gastgitarist, die in het slotstuk gehoor gaf aan die definitie met How Deep are Rivers. Zou je de vijf voorafgaande stukken nog als vriendelijk of zelfs gemoedelijk kunnen beschrijven, dan was Ranaldo bij vlagen ronduit gemeen. Even leek het er op dat Ranaldo als een soort gitaartovenaar uitentreuren zijn instrument zou gaan bekloppen met allerhande vreemde voorwerpen terwijl Bang on a Can All-Stars wat drones op de achtergrond moest verzorgen. Toen het stuk goed en wel op gang was bleek het Ranaldo vooral te gaan om gigantische geluidsclusters waar de leden van het ensemble met enige regelmaat korte flarden rockidioom overheen speelden. Dergelijke geluidsmassa’s zijn immer indrukwekkend, maar een te vaak beproefde muzikale methode en bijvoorbeeld al tot in het extreme doorgevoerd door een band als Sunn O))). Een tweede compositie van Fred Frith als toegift was wellicht een mooiere afsluiter geweest.